Campagne voeren vanuit de cel? Dat kan
Presidentskandidaat Trump die in een oranje gevangenispak vanachter de tralies campagne voert. Wettelijk zijn daarvoor geen belemmeringen. De geschiedenis leert bovendien dat je ook dan nog veel stemmen kunt binnenhalen.
In de Verenigde Staten zijn nauwelijks juristen te vinden die denken dat rechter Juan Merchan Trump op 11 juli naar de gevangenis stuurt. Veel waarschijnlijker is dat hem een boete of taakstraf wordt opgelegd.
En als dat al gebeurt, kan het nog wel jaren duren voordat de straf eventueel uitgevoerd. Want Trump gaat in beroep. Tot aan het hooggerechtshof toe. Dat staat wel vast.
Mocht het echter wel gebeuren dat Trump in augustus achter de tralies wordt gezet, dan mag hij zijn campagne voortzetten. De wet verbiedt dat niet. Een veroordeelde misdadiger kan gewoon proberen het Witte Huis te veroveren.
De Amerikaanse grondwet stelt slechts drie eisen aan een presidentskandidaat. Hij of zij moet door geboorte Amerikaans staatsburger zijn, is ten minste 35 jaar en heeft minimaal veertien jaar in de VS gewoond. Meer niet. Trump voldoet aan die criteria.
Een obstakel zou nog het veertiende amendement op de grondwet kunnen zijn. Dat bepaalt dat iemand die ooit een ambtseed heeft afgelegd en die zich nadien schuldig heeft gemaakt aan rebellie geen staatsambt meer in Amerika mag uitoefenen. Gelet op Trumps rol bij de Capitoolrellen van januari 2021 zou hem dit in de weg kunnen zitten. Maar het hooggerechtshof oordeelde eerder dit jaar dat het Congres eerst een speciale wet moet maken voordat men zich beroept op deze bepaling. Dat zal niet gauw gebeuren.
Cel
De Amerikaanse geschiedenis kent ten minste één sprekend voorbeeld dat iemand vanuit zijn cel deelnam aan de verkiezingsstrijd. Ruim een eeuw geleden, bij de presidentsverkiezingen van 1920, voerde Eugene V. Debs vanuit de gevangenis campagne als kandidaat van de Socialistische Partij. Zonder ooit een verkiezingsbijeenkomst te hebben bezocht en zonder zijn aanhang tijdens een rally te hebben toegesproken, haalde hij ook nog eens een miljoen stemmen binnen.
Debs zat in het verkiezingsjaar 1920 opgesloten in de federale gevangenis van Atlanta. Hij was tot tien jaar celstraf veroordeeld wegens opruiing en het overtreden van de Sedition Act. Deze wet was er in 1918 gekomen op aandringen van president Woodrow Wilson. Ze verbood om „opzettelijk onware, godslasterlijke grove of beledigende taal over de regering van de Verenigde Staten te uiten” of het ontmoedigen dat men in dienst zou treden bij het leger. Voor Wilson was deze wet belangrijk omdat Amerika sinds 1917 betrokken was bij de strijd die gevoerd werd in de Eerste Wereldoorlog. En Debs was een uitgesproken anti-militarist.
Bekend
Hoewel Debs een gedegen academische opleiding miste, stelde hij zich vier keer kandidaat voor het presidentschap. Bij de vierde maal, in 1912, haalde hij bijna een miljoen stemmen. Dat was weliswaar lang niet voldoende om een rivaal te kunnen verslaan. Maar hij was door de campagnes wel een nationaal bekend man geworden.
Die campagnetoespraken leidden tot zijn arrestatie. Tijdens de rechtszaak zei hij geen woord te willen terugnemen, ook al zou hij de rest van zijn leven achter de tralies moeten zitten. Hij kreeg tien jaar celstraf.
Maar net zoals nu bij Trump lijkt te gebeuren, werkte die veroordeling niet in het nadeel van Debs. Integendeel, hij werd de held van de socialisten; de martelaar voor de goede zaak. Op 13 mei 1920 besloot de Socialistische Partij in de VS tijdens haar nationale conventie unaniem om “Convict 2253” te kandideren voor het presidentschap. Later kreeg Debs een nieuw nummer. Vandaar dat tijdens de campagne werd geadverteerd werd met: „Voor president: veroordeelde nr. 9653.”
Vanuit zijn cel in Atlanta voerde Debs acties om stemmen te werven. De radio speelde in die tijd geen rol; de film daarentegen al wel. Debs had daar voordeel van. Een filmploeg meldde zich op 29 mei 1920 bij het cellencomplex in Atlanta. Daar kreeg Debs een bloemenhulde. Dat registreerden de filmmakers. Het unieke moment werd door duizenden bioscoopbezoekers in heel Amerika bekeken, tot ergernis van zijn twee rivalen: de Republikein Warren G. Harding en de Democraat James M. Cox.
Uiteindelijk had Debs geen schijn van kans om bij de verkiezingen van 2 november 1920 te winnen. Warren Harding zegevierde. Maar Debs had wel 913.693 stemmen weten te vergaren.
Hij bleef dus in de gevangenis. Totdat de nieuwe president, Warren Harding, hem een jaar later gratie verleende. Toen de gevangenisdeuren openzwaaiden, stonden duizenden arbeiders Debs op te wachten. Hij was weliswaar geen president geworden, maar hij bleef hun held.