TNO ontwikkelt methode om onderzeese kabels beter te beschermen
Onderzoeksinstituut TNO ontwikkelt een methode om activiteiten bij onderzeese kabels en pijpleidingen te monitoren. Daarvoor wordt gebruikgemaakt van de glasvezel in glasvezelkabels die niet in gebruik is en fungeren als sensoren. „Met behulp van de methode kan een groot gebied langs bijvoorbeeld kabels en pijpleidingen worden gemonitord om schade, al dan niet opzettelijk toegebracht, te voorkomen”, stelt TNO.
De niet in gebruik zijnde glasvezel, zogeheten dark fibers, kunnen trillingen van bijvoorbeeld schepen opvangen en lokaliseren. Dat gebeurt door een apparaat te koppelen aan de uiteinden van de kabels. Dat stuurt een laserlicht door de glasvezel die de trillingen waarneemt. Deze kunnen worden veroorzaakt door onderzeese aardbevingen of geluid van zeedieren, maar ook van maritiem verkeer. Een algoritme moet vervolgens onderscheid maken in het soort geluid.
Twee jaar geleden werden nog breuken ontdekt in gaspijpleidingen op de bodem van de Oostzee. Die waren ontstaan door ontploffingen, waardoor gas ontsnapte uit de belangrijke leidingen Nord Stream 1 en Nord Stream 2. Het is nog altijd niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor deze sabotage. Aanvankelijk gingen de verdenkingen uit naar Rusland, dat ontkende betrokken te zijn.
De Geologische Dienst Nederland (GDN), onderdeel van TNO, gebruikt glasvezel al langer om onder meer aardbevingen te detecteren. De gebeurtenis in de Oostzee was aanleiding voor TNO om verder te kijken.
„We vroegen ons naar aanleiding van de aanslag op de Nord Stream pijpleidingen af of we met onze aanpak ook schepen konden detecteren die zich in de buurt bevinden van infrastructuur op of net onder de zeebodem”, legt geoloog en geofysicus Vincent Vandeweijer van GDN uit. „Onze testen wezen uit dat dit inderdaad het geval is. Door middel van dark fibers bleken we in staat om scheepsbewegingen rond zeekabels in kaart te brengen. Deze techniek kan daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan de veiligheid in de Noordzee.”
De methode moet nog wel worden verfijnd, laat een woordvoerder van TNO weten. Volgens hem is het daarna aan de markt om deze op te pakken en toe te passen.