„Het is niet de vraag of, maar wanneer”, zei Potjer tijdens een webinar. De gedeputeerde sprak daarin met vertegenwoordigers van de landelijke netbeheerder TenneT en de regionale netbeheerders Stedin en Liander over de gevolgen van de energietransitie. In delen van het Rotterdamse havengebied is de vraag naar elektriciteit al zo groot, dat sprake is van netcongestie. Dat geldt ook voor het gebied rond Leiden en Alphen aan den Rijn. Op andere plekken, bijvoorbeeld in en om Den Haag, is het einde van de ruimte op het stroomnet ook in zicht.

„In heel veel provincies is het stroomnet vol”, aldus Potjer. „In Zuid-Holland valt het nog enigszins mee, omdat onze kabels al direct wat dikker zijn gemaakt omdat we een ‘energie-intensieve’ provincie zijn. Maar we beginnen behoorlijk aan onze taks te komen.”

Zuid-Holland heeft daarom een energieraad opgezet, waarin de provincie met gemeenten en netbeheerders bespreekt hoe ze netcongestie kunnen voorkomen. „En ook hoe we iedereen kunnen blijven voorzien van energie. Want zonder stroom staat het leven stil”, aldus Potjer.

Volgens manager Marco Diekstra van Liander, dat in het noordelijke deel van Zuid-Holland rond Leiden, Noordwijk en Alphen aan den Rijn het net beheert, zijn investeringen dan ook „noodzakelijk om economische groei te laten doorgaan”. Liander moet grote bedrijven al op een wachtlijst zetten als ze om een aansluiting op het net vragen. De regionale netbeheerder wil de problemen oplossen door ongeveer 2000 middenspanningsstations te plaatsen (die de spanning terugbrengen naar 230 volt) en honderden kilometers extra kabels in de grond te leggen. „Dat betekent dat één op de drie straten open moet”, zegt Diekstra.

De Nederlandse netbeheerders investeren dit jaar meer dan 5 miljard euro in de stroomnetwerken. Volgend jaar loopt dat op tot 8 miljard euro. „Dat geeft wel aan hoe groot de opgave is”, aldus Oscar Tessensohn van TenneT.