Vorig jaar oktober ontdekten archeologen enkele graven op het voormalige kloosterterrein op de Vriezenveenseweg in Almelo. De gemeente, die op die locatie woningen wil bouwen, gaf Het Oversticht daarop opdracht om nader onderzoek te doen naar het kerkhof. De organisatie concludeert dat de laatste begrafenis er in 1980 was, drie jaar voordat de laatste zusters uit het klooster vertrokken. Daarna werd de begraafplaats bovengronds geruimd, onder meer door de witte kruisen weg te halen. Het terrein was daardoor vanaf eind jaren 80 niet meer als begraafplaats herkenbaar, zegt de gemeente Almelo.

In 1997 is het kerkhof weliswaar geruimd, maar volgens de gemeente is onlangs duidelijk geworden dat die ruiming niet volledig is uitgevoerd „en er nog menselijke resten in het terrein aanwezig zijn”. Hoeveel graven er zijn geruimd en hoeveel niet, is volgens Het Oversticht niet exact te zeggen. De gemeente Almelo zegt nu over te gaan tot „zorgvuldige ruiming” van de voormalige begraafplaats. Daarna worden de aangetroffen stoffelijke resten ergens anders herbegraven.

In de kloosters van de katholieke congregatie De Goede Herder, waarvan die in Almelo er een was, kwamen meisjes en jonge vrouwen terecht die thuis problemen hadden of bijvoorbeeld uit huis waren geplaatst. In 2018 meldde NRC op basis van eigen onderzoek dat zij te maken kregen met onbetaalde dwangarbeid in wasserijen en naaiateliers. Negentien van hen stapten enkele jaren geleden naar de rechter om erkenning van de misstanden en een schadevergoeding te eisen, maar ze verloren de zaak. De VPRO maakte de documentaireserie Meisjes van de Goede Herder over het onderwerp, die vanaf maandag te zien is.