Nederland verzamelt Patriot-onderdelen voor Oekraïne
Nederland wil samen met andere landen een Patriot-luchtverdedigingssysteem in elkaar zetten om aan Oekraïne te geven. Dat meldt het ministerie van Defensie. Zelf heeft Nederland „kerncomponenten” van dat systeem klaarliggen.
Demissionair defensieminister Kajsa Ollongren roept andere landen op mee te doen. „Met ons aanbod, en als andere potentiële partnerlanden onderdelen en munitie kunnen leveren, kunnen we Oekraïne op korte termijn voorzien van ten minste één compleet systeem.”
Bondgenoten als Griekenland en Spanje hebben meer Patriot-installaties dan Nederland, maar geven er de voorkeur aan deze voor zichzelf te houden. Dat is een verkeerde keuze, vindt Ollongren. „Stel de goede prioriteiten”, maant ze. „En de prioriteit op dit moment is Oekraïne. Doe wat je kunt en doe het snel.” Ze gaat dat onderstrepen in Brussel, waar ze vergadert met haar collega’s van de andere EU-landen.
Op welke termijn Oekraïne over het extra luchtverdedigingssysteem zou kunnen beschikken, kan Ollongren nog niet zeggen. Maar dat moet „zo snel mogelijk. Iedere dag gaan onschuldige burgers dood door luchtaanvallen op burgerdoelen. Ze hebben die Patriots heel hard nodig”.
Een Patriot-systeem kan doelen op tientallen kilometers afstand uit de lucht schieten. Het speelt een grote rol in de Oekraïense verdediging tegen Russische luchtaanvallen. Nederland heeft al twee lanceerinstallaties van het systeem met bijbehorende raketten gedoneerd.
Welke ‘kerncomponenten’ Nederland precies weggeeft, kan een woordvoerder van Defensie niet zeggen. Wel maakt hij duidelijk dat de onderdelen die Nederland inzamelt geen wielen of autoruiten zijn, maar hele segmenten van een Patriot-systeem zoals een radar- of lanceerinstallatie. „We zetten echt een stap naar voren”, stelt Ollongren, ook al levert Nederland geen complete raketinstallatie.
„Nederland is in gesprek met Patriot-bezittende Europese landen”, zegt de woordvoerder. Volgens hem gaat het om landen „waarvan je kunt denken: die kunnen een paar onderdelen missen zonder dat ze op de systemen hoeven in te leveren.” Ook enkele landen buiten Europa hebben dit luchtverdedigingswapen, en Nederland is volgens Ollongren „zeker ook” met hen in gesprek.
Defensie hoopt de inzamelactie „op korte termijn voor elkaar te boksen”. Of dat een kwestie van weken of maanden is, is niet bekend. Oekraïense militairen moeten ook nog worden getraind om met het materieel om te gaan.