Volgens printerproducent Lexmark is het Amerikaanse familiebedrijf uit Sanford schuldig aan het illegaal kopiëren van de chip die in de Lexmark–inktcartridges is verwerkt. De originele chip laat de printer weten dat er een origineel Lexmark–patroon aanwezig is. Als deze leeg is, zorgt de chip ervoor dat die onbruikbaar wordt. Door de chip van SCC te gebruiken, kunnen andere bedrijven de lege patronen bijvullen. Die patronen zijn tot 30 procent goedkoper dan de originele.

De rechtszaak die Lexmark in december 2002 had aangespannen tegen SCC, werd gevoerd op grond van een wet die is bedoeld om het kopiëren van digitale muziek en films tegen te gaan. Volgens deze Digital Millennium Copyright Act is het verboden om technieken te gebruiken die digitale sloten op producten open kunnen breken. Volgens de printerfabrikant doet SCC precies dat.

In 2003 stelde de rechtbank Lexmark voorlopig in het gelijk en verbood SCC om de chip nog langer op de markt te brengen. In oktober 2004 trok de rechtbank in hoger beroep het besluit echter weer in. Lexmark ging daartegen in beroep, met de voorlopige uitspraak van deze week tot gevolg. In december van dit jaar komt de zaak wederom voor de rechter. Volgens juristen kan alleen een tussenkomst van het Amerikaanse hooggerechtshof de zaak van Lexmark nog redden.

Door het voorlopige besluit wordt het monopolie dat printerfabrikanten hadden op de verkoop van inktcartridges, doorbroken. Fabrikanten als Lexmark en marktleider Hewlett–Packard zijn voor een groot deel van hun inkomsten afhankelijk van de verkoop van inktcartriges. Volgens de verheugde SCC–topman Ed Swartz kosten zulke monopolies consumenten jaarlijks miljarden dollars.