Nederland dringt aan op Europees verbod ‘geoblocking’ bij inkoop
Winkeliers en andere ondernemers moeten voortaan ongehinderd kunnen inkopen in andere EU-landen, vinden Nederland en zeven andere EU-landen. Ze willen verbieden dat fabrikanten dat belemmeren, zodat ze in de ene lidstaat een hogere prijs kunnen rekenen dan in de andere.
Bedrijven die goederen goedkoper denken in te slaan in een ander EU-land, krijgen nu nog geregeld nee verkocht. Fabrikanten spreken met distributeurs met lagere tarieven af dat ze niet mogen doorleveren aan het buitenland. Zoals Mondelēz, dat donderdag door de EU werd beboet omdat het bedrijf Nederlandse groothandelaars dwong om Côte d’Or-chocolade niet aan het duurdere België door te verkopen.
„Discriminatie naar vestigingsplaats”, noemt demissionair minister van Economische Zaken Micky Adriaansens zulke praktijken. Zo verbrokkelt volgens haar de gezamenlijke Europese markt en zijn winkeliers en klanten de dupe. Zij betalen volgens eerder onderzoek van de Europese Commissie jaarlijks ruim 14 miljard euro te veel. Volgens andere onderzoekers gaat het om gemiddeld 10 procent van de prijs, bij 1 op de 25 producten.
Handelsland Nederland dringt al langer aan op het aanpakken van zogeheten territoriale leveringsbeperkingen, maar krijgt nu gehoor. Nagenoeg alle EU-landen zien het probleem in, meent Adriaansens, die de kwestie vrijdag bespreekt met haar EU-collega’s. Een aantal grotere landen twijfelt volgens EU-bronnen nog wel of de Nederlandse oplossingen de juiste zijn. Maar de tijd is volgens de minister rijp om de plannen in te steken bij de nieuwe Europese Commissie, die na de Europese verkiezingen aantreedt.
De commissie deelt hier en daar wel boetes uit voor beperkingen op doorverkoop over de grens, maar dat is volgens Adriaansens te mager. Dat gebeurt alleen als een fabrikant daarmee zijn dominante marktpositie misbruikt. Bovendien moeten de gedupeerde en de commissie dat maar zien te bewijzen. Dat kan dus pas achteraf, en vergt vaak lang en gedetailleerd onderzoek.