Rob van Essen verkent in nieuwe roman de grenzen van de tijd
Het komt zelden voor dat een schrijver de Libris Literatuur Prijs twee keer wint. Deze week viel auteur Rob van Essen die eer te beurt. Nadat hij in 2019 de prijs kreeg voor de roman ”De goede zoon”, ontving hij hem deze week voor ”Ik kom hier nog op terug”. Alleen Thomas Rosenboom overkwam hetzelfde.
De jury van de Libris Literatuur Prijs prijst Van Essens laatste roman om de vernuftige opbouw en de „krankzinnige fantasie met een fikse diepgang”. Want net als in ”De goede zoon” lopen in ”Ik kom hier op terug” werkelijkheid en fantasie door elkaar heen.
Ex-student filosofie en journalist Rob Hollander vult zijn dagen met het schilderen van het stalen hekwerk van twee bruggen die in elkaars verlengde over het IJ liggen: spijlen, leuning, horizontale balken. Als alles af is begint hij weer van voren af aan. Jaar na jaar. Af en toe ontmoet hij bekenden uit zijn verleden, maar verder leeft hij vooral zijn eigen leven.
Als een journalist hem in een artikel beschrijft als ”De man op de brug” zoekt een oude bekende hem op en vraagt hem naar een gebeurtenis uit zijn verleden. Aan de reactie van Rob is te merken dat die gebeurtenis nog altijd een rol in zijn leven speelt. En dan ontspint zich een wonderlijke verhalenstroom.
Kerkelijk gezin
Hoofdpersoon Rob groeit op in een kerkelijk gezin in Rijssen. De kerkgang heeft er een vaste plaats. Robs moeder heeft twee diensten nodig om bevestiging van haar geestelijke staat te vinden, terwijl zijn vader het bezoeken van één dienst meer dan genoeg vindt. Steevast om één uur wordt op zondag geluisterd naar politiek commentator G.B.J. Hiltermann, die de toestand van de wereld bespreekt.
Op een zondag gaat –heel ongebruikelijk– de deurbel en staan een moeder en haar achtjarige zoon, behorend tot de Jehovah’s Getuigen, voor de deur. De jongen met de bijnaam Chris Vis steekt een preekje af en de sterke overtuiging van de jongen intrigeert Rob enorm. Hij probeert in contact met hem te komen en samen gaan ze op zoek naar een man in het Rijssense bos over wie de wildste verhalen de ronde doen. Dan gebeurt er iets wat hem zijn verdere leven zal blijven dwarszitten.
Tijdmachine
Zijn studententijd in Amsterdam ziet Rob als de enige periode waarin hij zich enigszins verbonden voelde met andere mensen. Toch breekt hij zijn studie af en hij wordt journalist voor Wij Nederland. Hij belooft zijn redacteur een artikel over zijn vroegere medestudenten te schrijven en gaat naar hen op zoek om te achterhalen wat er van hen geworden is.
Chris Vis, die in het echte leven Icks heet, woont inmiddels in Amerika, waar hij werkt aan proeven met een tijdmachine, die hijzelf overigens liever JUMP-unit noemt. Icks nodigt Rob uit om hem een flitsbezoek te komen brengen en vraagt hem aan een proef met de tijdmachine mee te werken. Het idee is dat hij naar de jaren 80 wordt geteleporteerd om de kwestie die hem uit zijn verleden achtervolgt recht te zetten.
„Alleen Thomas Rosenboom ontving eerder twee keer de Libris Literatuur Prijs”
Hoewel Rob er niet in gelooft, neemt hij de proef op de som en reist hij terug in zijn verleden. Hij mag vijf pogingen ondernemen om de geschiedenis te ‘herschrijven’ zodat hij het verleden los kan laten.
De beschrijvingen van het gelovige milieu waarin Rob opgroeit, van de tijd waarin hij leeft en van de sfeer in de ouderlijke doorzonwoning zijn aansprekend. Het is de tijd waarin Hiltermann het wereldnieuws bespreekt, Robs ouders er vaste gewoonten op nahouden, er overal rooklucht hangt en het leven overzichtelijk is. De hoofdpersoon blinkt niet uit in daadkracht. Hij breekt zijn filosofiestudie af en voor de journalistiek mist hij het nodige vuur. Uiteindelijk resteert het werk van bruggenschilder. Tot zover is het verhaal best duidelijk en vermakelijk.
Labyrint
De wens om iets uit het verleden recht te zetten is een gedachte die vermoedelijk universeel is en die ik in ieder geval wel herken. Maar de manier waarop de schrijver dit uitwerkt, zorgt ervoor dat het verhaal voor mij een ondoordringbaar labyrint en ook moeilijk invoelbaar wordt. Rob (en ten slotte ook al zijn medestudenten) worden met behulp van een JUMP-unit geteleporteerd naar de jaren 80. Daar reizen ze zonder enig uitzicht rond, stelen ze een bus om zich in een klooster te kunnen vestigen, zonder dat Rob of een van de anderen daadwerkelijk iets onderneemt om de geschiedenis te veranderen. Wat dat betreft, lijkt het boek op ”De goede zoon”. De hang in het verleden, gemengd met fantasie en een futuristisch universum, komt in beide romans terug.
„De wens om iets uit het verleden recht te zetten is vermoedelijk universeel”
Pas in het derde deel, als de schilder op de brug het woord herneemt, wordt de plot duidelijk. Dat geeft een schokeffect en begrip voor het sleutelmoment dat de hoofdpersoon achtervolgt. Toch vind ik de weg ernaartoe te lang; ik moet regelmatig doorbijten om de reis door de tijd te kunnen volgen. De passiviteit, de verveling, de onwerkelijkheid, misschien ook het surrealistische universum kunnen me niet steeds boeien. De beschrijvingen van de ontmoetingen die Rob met medestudenten heeft zijn langdradig. En het onmogelijke is voor mij te onmogelijk, zodat ik er niet in word meegenomen.
Passiviteit
Alles grijpt uiteindelijk in elkaar, veel citaten uit de geschiedenis, literatuur en religie komen langs. De auteur komt uit een gezin dat tot de Gereformeerde Gemeenten en later tot de Gereformeerde Bond hoorde, hij kent die wereld van binnenuit. Icks lijkt „een soort god” te zijn die boven de tijd staat, naar het verleden kan teruggaan en mensen kan aansturen. Rob kan symbool staan voor de mens die opnieuw kan beginnen, het verleden ‘overschilderend’.
Sommige taalvondsten zijn prachtig, maar de dragende gedachte van de roman is er een van passiviteit, de geschiedenis ondergaan, niet kunnen handelen als de tijd daar is, willoos slachtoffer zijn van de geschiedenis en het draaiende rad van de tijd. „Het leven is een lege ruimte die door herinnering wordt ingevuld”, zegt Rob tijdens zijn reis. Het taalgebruik en de beeldspraak over God en duivel zijn soms belastend. Daarom behoort deze roman voor mij niet tot de echt blijvende.
Ik kom hier nog op terug, Rob van Essen; uitg. Atlas Contact; 398 blz.; € 24,99