Bij het ontwikkelen van de webapplicatie heeft het NFI kunstmatige intelligentie toegepast. Het NFI heeft ervaring met het trainen van AI-modellen voor het herkennen van afbeeldingen. „We wilden kijken of we ook een model konden trainen om de vuurwerksnippers te herkennen. Zo ontstond het idee voor de webapplicatie”, zegt NFI-deskundige Jan Dalmolen.

De NFI-medewerkers trainden het AI-model door het voorbeelden van vuurwerk te laten zien, zowel intacte etiketten als snippers. In samenwerking met de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) zijn hiervoor honderden stukken zwaar vuurwerk opgeblazen. Daarna zijn duizenden snippers verzameld en op hoge kwaliteit gefotografeerd. Het gebruikte vuurwerk is beschikbaar gesteld door het OM en was afkomstig van inbeslagnames.

De politie verwacht dat de applicatie kan helpen bij onderzoek. „Als we precies weten welk vuurwerk is gebruikt, kunnen we daarmee mogelijk verbanden tussen incidenten leggen. Als we bij een verdachte een specifiek type vuurwerk aantreffen, dat bijvoorbeeld bij aanslagen is gebruikt, dan kan dat als bewijs dienen”, zegt Raoul de Graaff, forensisch specialist bij politie-eenheid Noord-Holland.

De vuurwerkverkenner is door elke politieagent op straat te gebruiken. Ze kunnen snippers fotograferen en identificeren en weten naar welke vuurwerkdeeltjes zij op straat nog moeten zoeken. „Die deeltjes kunnen sporen bevatten die naar de dader leiden”, zegt De Graaff. Bovendien weten politiemedewerkers op straat meteen wat de kracht van het vuurwerk is. Dat is relevant als ze niet-ontploft vuurwerk op straat vinden, maar het helpt ook bij het bepalen voor welk vergrijp een verdachte later wordt vervolgd.