„We zijn nu weer op de goede weg”, aldus Statenlid René van Hemert van de VVD. „Er moet meer gebouwd worden in Zuid-Holland en daar geeft deze brief de mogelijkheden voor.” Arjen Veerman van het CDA spreekt eveneens van „een stap vooruit”. Hij ziet de tegemoetkomingen aan De Jonge als „een compromis waar beide partijen gelukkig mee kunnen zijn” en „het resultaat van een goede discussie tussen coalitie en oppositie”. BBB-fractievoorzitter Hans Veentjer is eveneens positief. „Het is afwachten hoe de minister reageert, maar we komen met deze brief tegemoet aan zijn wensen en eisen.”

GroenLinks-PvdA, de partij van gedeputeerde voor woningbouw Anne Koning, wil niet reageren. De grootste fractie in Provinciale Staten „wacht de verdere ontwikkelingen af”. GroenLinks-PvdA noemde eerder de bemoeienis van De Jonge „volstrekt onacceptabel en ondemocratisch”. Binnen de coalitie maakt vooral GroenLinks-PvdA zich hard voor de komst van voldoende sociale huurwoningen. De partij wil dat 40 procent van de nieuwbouw voor de sociale huur is. Het was een van de punten waar De Jonge de provincie op aansprak. Hij wil dat Zuid-Holland zich houdt aan de landelijke norm van 30 procent.

In de brief staat dat Zuid-Holland nog steeds ongeveer 100.000 sociale huurwoningen wil bouwen, maar het laat de eis van 40 procent bij bouwplannen los. De provincie belooft de minister van Volkshuisvesting tevens om nieuwe bouwlocaties van 3 hectare of meer toe te staan, iets waar juist een stop op was gezet.

„Hieruit blijkt dat het coalitieakkoord totaal is losgerukt van de werkelijkheid”, zegt Thom van Vugt van oppositiepartij JA21. SGP-Statenlid Gerard van de Breevaart, die ook al maanden kritiek levert op de bouwplannen van het college, vraagt zich af of de concessies voldoende zijn. „Gemeenten die ik spreek, zijn het vertrouwen kwijt en zeggen: hier kunnen we nog steeds niets mee. Er zijn zelfs gemeenten die ervoor pleiten dat De Jonge hard ingrijpt.”