Jong en oud in Moldavië: minder eenzaam dankzij RD-actie
De actie kreeg een startschot waar je u tegen zegt. Want met ruim 1 miljoen euro mochten Dorcas en Hulp Oost-Europa aan de slag in Moldavië. Maar direct daarna brak de coronapandemie uit, en ook de oorlog in buurland Oekraïne zorgde voor zwaar weer. Toch mogen we na vier jaar constateren dat de realisering van de projecten werd gezegend. Ook wat vertraging opliep en nog op voltooiing wacht, geeft vertrouwen op een spoedige afronding.
Het is alweer vier jaar geleden, maar de afsluiting van de RD-actie voor Moldavië op 7 maart 2020 vergeet ik niet gauw. En dat is vanwege de bijzonder hoge opbrengst: ruim 1 miljoen euro (€ 1.248.465). In het najaar van 2023 keerde ik terug naar Moldavië om een kijkje te nemen bij de projecten die met dit geld gefinancierd zijn of nog bekostigd worden. Hier en daar toverde ik een actiepagina van toen tevoorschijn met de vraag of mijn gastheren en -vrouwen zich dat eerste bezoek nog herinnerden.
Nou en of, was de reactie van Julia Profor (68) en Tatiana Beloscurschi (74) uit Balti. Op een van de foto’s zag Julia zichzelf zelfs terug. „Kijk, hier rechts aan die tafel zit ik!” Wie de foto van toen vergelijkt met hoe de twee vrouwen er nu bij zitten, zou denken dat alles bij hetzelfde is gebleven. Want net als in het actiejaar ligt ook nu de tafel bezaaid met gebreide sokken, gehaakte pantoffels en zitkussentjes. Wat ze in 2020 deden –als ouderen van de stad gezamenlijk haken en breien– dat doen ze nog steeds! En dat is een goed teken, want ondersteuning van hun activiteiten maakte in 2020 deel uit van de RD-actie.
Even terug naar de feiten van toen. Dorcas en Hulp Oost-Europa (HOE) waren vier jaar geleden de twee organisaties die elk ruim 6 ton mochten besteden voor hun projecten in Moldavië. Voor wie nu de wereldkaart erbij wil pakken: Moldavië ligt ingeklemd tussen Roemenië aan de westkant en Oekraïne aan de oostzijde. Het land geldt als een van de armste van Europa. Schrijnende armoede, veroorzaakt door gebrek aan werkgelegenheid in eigen land, drijft vaders en moeders naar het buitenland om daar te gaan werken en aan inkomsten te komen.
Bijna de helft van de Moldavische bevolking bevindt zich vandaag de dag in het buitenland. Wat dat voor achterblijvers betekent laat zich raden: kinderen en jongeren groeien op zonder zorg en toezicht van ouders, en hulpbehoevende ouderen moeten zichzelf zien te redden en dreigen te vereenzamen. Precies deze problemen stonden centraal tijdens de RD-actie van 2019-20. Want zowel Dorcas als HOE kwam met projectvoorstellen naar ons toe om hier wat aan te doen. Op hun beurt waren zij door baptistengemeenten in Moldavië benaderd met de vraag mee te helpen om achtergebleven kinderen op te vangen en zorg te geven. Zo’n zelfde verzoek kwam er voor ouderen, die van zorg verstoken vaak wegkwijnen in hun huisjes.
Dorcas en HOE kwamen daarop met een veelzijdig projectplan, dat in 2019 werd omgezet in een heuse RD-actie onder lezers en adverteerders. ”Help de kerken helpen in Moldavië” luidde de slogan waarmee vier maanden lang aandacht werd gevraagd. Dat „veelzijdig” van daarnet zat hem in de verschillende invalshoeken van de ingediende projecten. Zo gingen lokale kerken aan de slag met naschoolse opvang van kinderen en jongeren inclusief huiswerkhulp en een warme maaltijd – een hele opluchting voor opa’s en oma’s bij wie de jeugd vaak is ondergebracht. Diverse kerken regelden voor ouderen iets dergelijks. Ook voor hen dus iedere dag een warme maaltijd, opgediend in een zaaltje van de kerk; geregeld kunnen ouderen daar terecht voor onderlinge ontmoeting. Dat gebeurt dan -zoals bij Julia en Tatiana- al hakend, breiend of knutselend.
Wie als oudere bedlegerig is en niet zelf naar de kerkzaal kan komen, krijgt bezoek aan huis door een van de ouderen of door jongeren. Voedselhulp en medicijnverstrekking horen ook bij dit pakket aan zorg. Omdat veel bejaarden leven van een pensioentje dat ver is achtergebleven bij het duurder geworden bestaan, zijn vooral zij blij met deze hulp.
Veel gezinnen zijn geholpen met steun bij het opzetten van een eigen bedrijfje. De armoede waarin velen van hen leven en die vaders en moeders dwingt om in het buitenland te gaan werken, wordt op deze manier bestreden. Dat betekent dat gezinnen bij elkaar kunnen blijven, want werk zoeken over de grens wordt onnodig. Prachtige voorbeelden van zulke initiatieven zag ik tijdens mijn rondreis door Moldavië. Enkele daarvan ziet u op de foto’s bij dit verhaal.
Een vierde invalshoek van de door ons gesteunde projecten is die van het stimuleren van gemeenschapszin in dorpen en regio’s. “Doe dingen niet in je eentje, maar werk samen” is hier de slogan, gericht aan lokale kerken, scholen, verenigingen, gemeentebesturen en ondernemers. Ook daarvan zag ik prachtige staaltjes voorbijkomen. In Hincesti toonden inwoners hoe ze gezamenlijk een stukje weg hadden aangelegd waardoor moeders nooit meer hink-stap-springend over modderpoelen hun kroost naar de kleuterschool hoefden te brengen. „Een gezamenlijk project van de bewoners”, klonk het trots. Dat „de mensen van Dorcas” daarvoor de eerste aanzet gaven staken ze zeker niet onder stoelen of banken, integendeel. Het mooie van zo’n initiatief is dat je jezelf als hulporganisatie onmisbaar maakt, omdat mensen zelf en gezamenlijk de handen uit de mouwen steken.
De projecten van zowel Dorcas als die van Hulp Oost Europa benadrukken het belang van zulk lokaal initiatief, waarbij Dorcas het voordeel heeft al jaren in Moldavië te werken en er zelfs een eigen kantoor met professionele medewerkers te hebben. Hulp Oost Europa werkt er nauw samen met de Baptistenunie van Moldavië. Vanuit de unie begeleidt ds. Ion Miron de diaconale projecten die eerder door lokale baptistenkerken zijn gestart. Ik bezocht hun projecten in Stefan Voda, in Antonesti en Cioburciu, alle drie in het uiterste zuidoosten. Verder was ik in Corescu, in het midden van Moldavië en in Obreja Veche, in het noordwesten van het land. Voor de projecten van Dorcas reisde ik naar Resina en Soldanesti, beide aan de noordoostgrens, en naar Singerei en Balti in het noordoosten.
Het verschil in tempo bij het realiseren van de door de RD-actie gefinancierde projecten door Dorcas en HOE is vanwege het verschil in organisatiegraad begrijpelijk. Zo heeft het merendeel van de door HOE gesteunde initiatieven ten behoeve van ouderen en scholieren in drie van de vijf locaties nog de status ”werk in uitvoering”, terwijl Dorcas haar projecten vorig jaar zomer heeft afgerond. Tijdens mijn bezoek werden me twee dingen duidelijk. De lokale baptistengemeenten hebben het direct na de RD-actie van 2019 zwaar voor de kiezen gekregen vanwege de uitbraak van corona (2020) en door de oorlog in buurland Oekraïne (2022).
Door de oorlog kwam een toestroom van Oekraïense vluchtelingen op gang die een streep door de planning zette. Want in deze humanitaire crisis langs de oostgrens wilden de kerken niet passief blijven. Dus ging een groot deel van hun aandacht en energie op aan de opvang en verzorging van deze ontheemden.
De oorlog zorgde ook voor een sterke stijging van de prijs van bouwmaterialen (waarvan veel afkomstig uit Oekraïne of Rusland), waardoor er nog zorgvuldiger met toegekende budgetten gewerkt moest worden, en bouwplannen vertraging opliepen. Juist de bouw van extra faciliteiten bij lokale kerken was nodig om de opvang van ouderen en kinderen mogelijk te maken.
Wat als tweede mij duidelijk werd tijdens mijn bezoek afgelopen najaar was dat gemeenteleden vastbesloten waren deze initiatieven tot een goed einde te brengen, ook al kost hun dat extra inzet van menskracht uit eigen gelederen (om geld te besparen), of moeten er aanvullende geldbronnen worden aangeboord (zoals die van landgenoten elders in de wereld). Leden van de deelnemende baptistenkerken zijn er nog altijd vast van overtuigd dat God hen heeft geroepen om op deze manier getuigen te zijn van Zijn Koninkrijk.
Mooi was het om van dat geloofsvertrouwen iets te proeven tijdens de gesprekken en ontmoetingen met gemeenteleden, voorgangers en ambtsdragers. Wat hun vastbeslotenheid om door te gaan extra aangrijpend maakte was dat tientallen kilometers verderop in de Oekraïense stad Odessa de bommen vielen en granaten insloegen. „We horen het ’s nachts rommelen in de verte”, vertelde een broeder uit de gemeente in Cioburciu. De opmars van Russische troepen richting de grens met Moldavië hangt als een schaduw boven de inwoners van dit land en zeker ook boven de baptistengemeenten in het oostelijk grensgebied. Petje af voor hen die desondanks verder bouwen aan de projecten die met de RD-actie mogelijk zijn gemaakt.
Mooi was het ook te vernemen dat in enkele gemeenten de opvang van ouderen en kinderen inmiddels is gestart. Dat is bijvoorbeeld het geval in Antonesti en in Stefan Voda, in het uiterste zuidoosten van het land. De vertraging die de andere gemeenten opliepen tijdens de crisisjaren van corona en de Russische inval in Oekraïne heeft gezorgd voor uitstel van de oplevering van diaconale projecten, maar van afstel is zeker geen sprake, zo werd me door coördinator ds. Ion Miron verzekerd. Dat wordt dus nog een keer teruggaan richting Moldavië. En intussen bidden en hopen dat de Russische opmars definitief tot stilstand komt en wordt teruggedrongen.