Berlijn wil geldverslindende villa Goebbels van de hand doen
De gevel verbrokkelt, tegels scheuren en kozijnen verrotten. De villa van nazikopstuk Joseph Goebbels bestaat nog altijd, maar is zwaar in verval. De Duitse deelstaat Berlijn wil er daarom vanaf. Desnoods gratis.
Villa Bogensee ligt even ten noorden van de Duitse hoofdstad in de gemeente Wandlitz. Hoewel het pand in de deelstaat Brandenburg ligt, behoort het toe aan Berlijn. De stad deed de 17 hectare grond in 1936 voor zijn verjaardag cadeau aan Goebbels, die rijksminister voor Volksvoorlichting en Propaganda onder Adolf Hitler was.
De kosten voor het immense landhuis bedroegen 2,6 miljoen Reichsmark, omgerekend zo’n 65 miljoen euro. Bogensee telde onder meer dertig privékamers en veertig dienstkamers. In een daarvan schreef Goebbels de beruchte Sportpalastrede, waarin hij opriep tot een ”totale oorlog”. In de privébioscoop van de villa bekeek hij zijn propagandafilms voordat ze naar de distributeur gingen.
Het nazikopstuk gebruikte Bogensee in eerste instantie vooral voor privézaken. Zo zou hij er regelmatig minnaressen ontvangen hebben. Nadat Hitler hem opdroeg daarmee te stoppen, kwam zijn gezin in de villa wonen. Begin 1945 verhuisden zij naar Berlijn, waar Goebbels en zijn vrouw op 1 mei 1945 in de Führerbunker een einde aan hun leven maakten en ook aan dat van hun zes jonge kinderen.
Bedevaartsoord
Na de oorlog fungeerde Bogensee korte tijd als militair hospitaal; in 1946 droeg de Sovjetunie het terrein over aan de communistische jeugdorganisatie Vrije Duitse Jeugd, die er een jeugdacademie stichtte van de latere DDR.
Tussen 1990 en 1999 werden de gebouwen door de Internationale Bund für Sozialarbeit gebruikt om maatschappelijk achtergestelde jongeren te scholen in verschillende ambachten. Sinds 2000 wordt het terrein –behalve voor sporadische culturele evenementen– niet meer gebruikt en raakt het steeds verder in verval.
„We moeten voorkomen dat de Bogensee een bedevaartsoord wordt” - Oliver Borchert, burgemeester van Wandlitz
Enkele jaren geleden probeerde een groepering die wordt gerekend tot de Reichsbürgerbeweging –een radicaal-rechtse organisatie die de moderne Duitse staat niet erkent– het landgoed in handen te krijgen. Daar werd echter een stokje voor gestoken. „Ik zie niet graag dat Berlijn het gebied aan iemand geeft die een ideologisch doel heeft. We moeten voorkomen dat Bogensee een bedevaartsoord wordt”, zei burgemeester Oliver Borchert van Wandlitz in de Berliner Morgenpost.
Historische waarde
De Berlijnse stadstaatminister van Financiën Stefan Evers zei vorige week dat hij zich bewust is van de historische waarde van het landgoed en dat de stad daarom jarenlang pogingen gedaan heeft om een nieuwe bestemming voor de gebouwen te vinden. Kosten voor renovatie worden echter geschat op 350 miljoen euro en daarvoor wil Berlijn niet opdraaien. Tegelijkertijd is het lastig een koper te vinden.
Het Duitse ministerie van Wonen, Stadsontwikkeling en Bouw liet aan persbureau DPA weten dat het met betrokken overheden gaat bekijken of het landgoed een nieuwe bestemming kan krijgen. Evers zei daarover: „Ik bied iedereen die het pand wil overnemen de kans om het cadeau te krijgen van de staat Berlijn”.
Overigens is niet iedereen het erover eens dat de gebouwen bewaard moeten blijven. Zo zei Katrin Guse, namens Bündnis 90/Die Grünen kandidaat voor de districtsraad van Barnim en de gemeenteraad van Wandlitz, tegen ZDF dat „door dictators gecreëerde en in steen gebeitelde wereldbeelden niet behouden dienen te worden”.
Lukt het niet om een geschikte nieuwe eigenaar te vinden, die in staat is om anderhalve ton per jaar aan onderhoudskosten te betalen, dan wordt de villa gesloopt en van het gebied weer natuur gemaakt.