Valse hoop onder rechts-radicale Joden in Israël
De rechts-radicalen in Israël zijn in paniek. „De regering keurde deze week de evacuatie goed van de Joodse nederzettingen in de Gazastrook en van vier op de Westelijke Jordaanoever, de Knesset ging vorige week al akkoord met de wet die compensatie mogelijk maakt.”
Binnen de veiligheidsdienst bestaat grote vrees dat een rechts-extremist een aanslag zal plegen op Sharon of op de Tempelberg, om het terugtrekkingsplan in de war te sturen.
De harde kern van het verzet bestaat uit een luidruchtige groep die religie combineert met extreem nationalisme. Voor hen dreigt Sharon het wiel van de geschiedenis de verkeerde kant op te draaien. De dagen van verlossing naderen namelijk, maar om die hoopvolle toekomst door te laten gaan, is het wel nodig dat Israël in bezit blijft van de Gazastrook en de gehele Westoever, Jeruzalem incluis.
Het geloof dat de verlossing nabij is, kreeg een flinke stimulans door het gedachtegoed van rabbijn Avraham Itzhak Hacohen Kook (1865-1935), aldus Ehud Sprinzak in zijn boek over de opkomst van Israëls radicaal rechts. Kooks denken was revolutionair. Hij zag in het seculiere zionisme, dat de Joodse natie wilde herstellen, het begin van een messiaans proces. Andere orthodoxe Joden keerden zich juist af van het zionisme. Zij stelden dat de Messias zelf het Joodse volk zal terugbrengen uit de vier windstreken. Maar Kook geloofde dat de niet-godsdienstige zionisten later het orthodoxe jodendom zouden omhelzen.
De Zesdaagse Oorlog, waarbij Israël Oost-Jeruzalem met de Tempelberg, de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever (het bijbelse Judea en Samaria) veroverde, was een grote stap voorwaarts op het pad der verlossing. Eretz Yisrael (het Land Israël), het volk en de thora zijn volgens de rechts-radicalen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ze zijn er fel op tegen land terug te geven aan de Arabieren, zelfs niet als vrede daarmee dichterbij komt.
Voor de aanhangers van deze gedachte is het onzin dat een mensenleven heiliger is dan land. Want zonder land is er geen verlossing. Rabbijn Zvi Yehuda Kook (1891-1982), de zoon van Avraham Kook, zei zelfs dat het opgeven van land gelijkstaat aan ”avoda zara”, de aanbidding van afgoden. Hij vond dat er geen Arabische gebieden of Arabische landen zijn, maar slechts Israëlische gebieden, „het eeuwige land van onze voorvaders, dat binnen zijn bijbelse contouren behoort tot Israël.”
Het verlossingsproces, zo mooi op gang gebracht door de Zesdaagse Oorlog en de bouw van nederzettingen in Judea en Samaria en Gaza, moet uitmonden in de komst van de Messias. Als de Messias er is, zal er een tijd van ongekende vrede heersen op de wereld en de volken zullen één God dienen. Afgoderij, zoals het christendom, zal afgedaan hebben.
Het geloof dat de verlossing nabij is, heeft ook alles te maken met het spreken over de herbouw van de tempel, het koningschap en het Sanhedrin. De nationaal-religieuze website van Arutz-7 meldt dat 71 rabbijnen bijeenkomen met het doel het Sanhedrin te herstellen en deze tot de belangrijkste autoriteit van het land te maken. Discussies zullen onder andere gaan over de heroprichting van de troon van David, de offerdienst en het vaststellen van de bijbelse ellenmaat om te kunnen bepalen waar het altaar op de Tempelberg moet komen te staan.
Deze religieuze nationalistische Joden worden politiek, moreel en soms ook financieel gesteund door vele, vaak evangelische, pro-Israël-christenen. Zij verwachten dat het nationale en religieuze herstel van Israël uit zal monden in de terugkomst van de Messias.
Voor pro-Israël-christenen echter is het heel gemakkelijk te stellen dat Israël moet blijven zitten waar het zit. Zij of hun zonen en dochters hoeven -anders dan de Israëliërs- hun leven niet te riskeren om geïsoleerde joodse nederzettingen in dichtbevolkte Palestijnse gebieden te bewaken of de kosten te dragen die de bezetting met zich meebrengt en die worden doorberekend in een loodzware belastingaanslag.
Wie de Joodse geschiedenis een beetje kent, weet dat het valse messianisme vaak de kop opstak in tijden van beroering. We hoeven maar te denken aan Shimon Bar Kochba (”zoon van de ster”), de leider van de tweede joodse opstand tegen de Romeinen (132-135 n.Chr.), die door rabbi Akiva werd uitgeroepen als ”koning Messias”, maar die het volk naar de ondergang leidde.
Het lijkt er nu weer op dat er sprake is van valse verwachtingen. Want de politiek die de rechts-radicalen voorstaan kan makkelijk tot catastrofes leiden in plaats van tot glorieuze tijden. Ze willen namelijk wel het land, maar niet de mensen die op dat land wonen: de bijna 4 miljoen Palestijnen. Wat moet er met hen gebeuren? Moet Israël een apartheidsstaat worden door hen op te sluiten in thuislanden die omgeven zijn door militaire versperringen en joodse nederzettingen? Of moet Israël een ”transfer” uitvoeren, zoals het eufemisme heet dat de rechts-radicalen gebruiken voor etnische zuivering, en daarmee oorlogsmisdaden plegen? Of moet het land juist proberen een democratie te blijven door de Palestijnen het burgerschap te geven? Dat betekent wel dat Israël als joodse staat verdwijnt en verandert in een binationale staat voor joden én Arabieren.
Terugtrekking betekent niet het einde van de zionistische droom of het opgeven van het geloof in de komst van de Messias (voor joden) of de terugkomst van de Messias (voor christenen). Het betekent wel dat Israël zich van een hoop problemen ontdoet en de Palestijnen een hoop lijden bespaart. Bovendien bestaat dan kans op vernieuwing van het vredesproces. De hoofdstroom van het zionisme heeft altijd opengestaan voor een compromis met de Arabieren. Het land zal weliswaar niet de verlossing, maar wel een belangrijk doel hebben bereikt als het in vrede leeft met de Arabische naasten.