BuitenlandBuitenland

We staan er steeds meer alleen voor in de wereld

Toen de Romeinse overheersing van de wereld ten einde liep, ging dat gepaard met een hele serie oorlogen aan de krimpende grenzen. De Vrede van Rome, de geroemde pax Romana, verdampte. Zien we nu hetzelfde gebeuren met de pax Americana? Komt er na bijna tachtig jaar vrede in West-Europa opnieuw een grote oorlog?

Jacob Hoekman
6 May 2024 16:46Gewijzigd op 6 May 2024 19:22
beeld André Dorst
beeld André Dorst

Even hield de wereld zijn adem in, toen Israël en Iran elkaar in april onder vuur namen. Gaat dit escaleren? Is dit het begin van een nieuwe wereldoorlog?

Het was niet voor het eerst dat velen zich dat afvroegen. Dit soort momenten van grote internationale spanning volgen elkaar steeds sneller op – vooral rond gebeurtenissen in het Midden-Oosten. Toen de Amerikanen de Iraanse topgeneraal Qassem Soleimani in 2020 liquideerden, buitelden de analisten over elkaar heen om te verklaren dat we aan de rand van een grote oorlog zouden staan.

Toch loopt het steeds weer, relatief, met een sisser af. Het Midden-Oosten blijft een kruitvat, en een grote oorlog daar heeft de potentie om veel andere landen mee te slepen, maar het is niet gebeurd. Nog niet.

Hoe komt dat? Welke oorzaken zijn daarvoor aan te wijzen? Dat is belangrijk om te weten, want met die kennis kan ook straks wellicht een oorlog voorkomen worden.

Er zijn allerlei antwoorden op die vraag te geven. Zo begrijpt het regime in Iran heel goed dat een totale oorlog waarschijnlijk zijn eigen ondergang zou betekenen. En de regering in Israël begrijpt prima dat er een grens is aan wat ze zich kan veroorloven, wil ze de steun van Amerika niet op het spel zetten.

Maar er is een probleem met die verklaringen. Het probleem is: straks is de situatie weer anders, en dan werken de analyses van vandaag niet meer.

Hoe kun je die moeilijkheid omzeilen? Dat is een terugkerend vraagstuk in de wereldgeschiedenis. Er is al heel vaak geprobeerd om oorlogen te verklaren en te voorspellen, op allerlei verschillende manieren. De eerste poging is waarschijnlijk die van de Atheense historicus Thucydides, die in de 5e eeuw voor Christus zijn beroemde werk ”De Peloponnesische Oorlog” schreef, waarin hij probeert te achterhalen waarom Athene en Sparta zo’n verwoestende strijd leverden.

Velen hebben sindsdien zijn voorbeeld gevolgd, maar dat heeft niet geleid tot brede overeenstemming over de oorzaken van oorlog – en helaas nog minder hoe oorlogen te voorspellen zijn. Daarvoor is geschiedenis veel te grillig. Die herhaalt zich nooit precies langs dezelfde lijnen.

Supermodel

Het kan helpen om een niveau hoger te gaan zitten. Iedere oorlog heeft zijn eigen oorzaken. Er zijn allerlei theorieën ontwikkeld over die oorzaken, maar die theorieën en modellen zelf kunnen ook weer worden gebundeld en geanalyseerd. Dan krijg je dus een soort supermodel over hoe oorlogen ontstaan.

Precies dat is het baanbrekende werk geweest van de Amerikaanse politiek wetenschapper Kenneth Waltz, die in 2013 is overleden. In 1959 schreef hij een boek waarin hij theorieën van oorlogen classificeerde. Dat boek, ”Man, the State, and War”, werd ontzettend invloedrijk op het terrein van internationale betrekkingen.

Waltz kwam met drie verschillende categorieën of, zoals hij het zelf noemde, niveaus van analyse. Het eerste niveau is dat oorlogen vaak veroorzaakt worden door de poppetjes die op dat moment, met hun specifieke persoonlijkheid, aan de macht zijn.

Neem Hitler in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Het is vaak bediscussieerd of de Tweede Wereldoorlog zou zijn uitgebroken als niet precies Adolf Hitler maar iemand anders de leiding had gehad in de Duitse politiek. Hetzelfde zou je je kunnen afvragen van de oorlogen die Napoleon startte. Die hingen in sterke mate samen met de persoonlijkheid van Napoleon.

De tweede categorie verklaringen waarom oorlogen beginnen, ligt in de specifieke samenstelling van staten. Zijn dat staten die zo zijn ingericht dat ze altijd meer grondstoffen en meer kapitaal nodig hebben dan ze zelf kunnen produceren? Dan is de kans groot dat ze daar oorlogen om beginnen. Of zijn het staten die niet democratisch geleid worden? Ook dan is de kans op (interne) oorlog groter.

De derde categorie vond Waltz zelf het belangrijkst. Die draait om de structuur van ons internationale systeem. Dat gaat dus, simpel gezegd, over hoe de wereld politiek gezien in elkaar zit. Volgens Waltz is die structuur anarchistisch. Daarmee bedoelde hij dat er geen enkel instituut is dat wereldwijd de orde kan handhaven. En dus kan het op dat punt altijd misgaan.

Het is een beetje zoals iemand die een ongeluk meemaakt en direct 1-1-2 belt. De staat functioneert, dus er komen hulpdiensten ter plaatse. Maar als 1-1-2 platligt of niet meer bestaat, werkt het niet meer. Zo is het met een staat als die wordt aangevallen. Er staan dan doorgaans geen hulpdiensten klaar om het probleem op te lossen.

Met grote oorlogen gaat het bijna altijd hier mis. Ze beginnen omdat de macht uit balans is en de uitdagers denken die macht te kunnen herstellen in hun voordeel door een oorlog te beginnen.

Waltz was niet de eerste die dat zag en er zijn dan ook in de loop der jaren allerlei pogingen gedaan om het risico van de internationale anarchie in te dammen. De oprichting van de Verenigde Naties, na de Tweede Wereldoorlog, is daar een goed voorbeeld van. De totstandkoming van de Europese Unie ook. En het meest actuele voorbeeld is de NAVO, het westerse bondgenootschap dat ooit werd opgericht tegen de Russische dreiging en nu weer helemaal terug is bij die kerntaak. In feite functioneert het beroemde artikel 5 van de NAVO, dat als één land aangevallen wordt álle landen aangevallen worden, als een soort 1-1-2 voor de lidstaten.

Op de vuist

Wat is de uitkomst als we de supertheorie van Waltz vandaag toepassen? Als het gaat om de eerste categorie, de persoonlijkheid van wereldleiders, zijn er zeker voorbeelden te geven van mannen met macht die niet terugdeinzen voor een oorlog. Poetin is het bekendste voorbeeld, Netanyahu wordt soms ook in dit rijtje gezet. En velen kijken met spanning uit naar de Amerikaanse verkiezingen, waar de uitgesproken persoonlijkheid van Trump het pleit zou kunnen winnen. Overigens is het de vraag hoe terecht die zorg is, want Trump is in zijn eerste termijn geen oorlog begonnen – hij trok juist troepen terug. Maar, en dat is het ingewikkelde, daarmee kan hij juist méér ruimte creëren voor iemand als Poetin.

De tweede categorie, die van de structuur van staten, stemt evenmin gerust. Dictaturen en autocratieën zijn wereldwijd in opkomst en de democratie staat onder druk. Dat is veelzeggend, want uit onderzoek blijkt dat democratieën niet vaak met elkaar op de vuist gaan. Dat gegeven kan mede verklaren waarom we al zo lang geen grote, alomvattende oorlog in het centrum van de westerse beschaving hebben gezien. De periode die we nu meemaken, sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, is met kop en schouders de langste periode van vrede in het Westen in de laatste 500 jaar.

Gaza-oorlog

Maar blijft dat zo? Het is vooral de laatste categorie, volgens Waltz de belangrijkste categorie, waar grote ontwikkelingen te zien zijn. Dat is de categorie die over de structuur van de wereld gaat, een structuur die al lange tijd door het Westen wordt gedomineerd.

Maar die westerse wereldorde staat zwaar onder druk – sinds het uitbreken van de oorlog in Gaza nog meer dan voorheen. Wie naar de wereldkaart kijkt van landen die de Palestijnse gebieden als zelfstandige staat hebben erkend, kan dat goed zien. Het komt erop neer dat zo’n beetje heel de wereld Palestina heeft erkend met uitzondering van de landen die bij het Westen horen – dus de Verenigde Staten, Canada, de meeste Europese landen, Australië, Nieuw-Zee­land en nog een paar kleinere staten.

Dat is niet nieuw, maar dit feit is sinds de Gaza-oorlog opnieuw in de belangstelling komen te staan. Meer en meer wordt die oorlog geframed als, kort door de bocht, een oorlog tussen Israël en zijn westerse partners tegen de Palestijnen en de rest van de wereld. ”The West against the rest”, dat is de kortste samenvatting.

Het Westen is militair gezien superieur – de gecombineerde legers van de NAVO vormen met vlag en wimpel het sterkste leger dat de wereld ooit gezien heeft. Maar op de langere termijn, als het Westen en een groot deel van de rest van de wereld inderdaad steeds meer tegenover elkaar komen te staan, is het nog maar de vraag of dat soelaas biedt.

Dat komt omdat ”de rest” steeds meer een blok aan het vormen is. Eén vijand op zijn tijd, dat is prima te doen. Maar wat als Rusland, China en Iran de handen ineen zouden slaan?

Reken maar dat er in de westerse hoofdsteden rekening gehouden wordt met zo’n scenario. Een bewijs daarvan is het enorme steunpakket van 
61 miljard dollar voor Oekraïne dat eind april werd goedgekeurd in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Die steun is onderdeel van een nóg groter pakket, waar ook miljarden aan (militaire) hulp inzitten voor Israël en Taiwan.

De steun voor deze drie landen, Oekraïne, Israël en Taiwan, laat precies zien waar de knelpunten zitten voor een voortzetting van de westerse hegemonie. In het geval van Oekraïne is dat het dreigende gevaar van Rusland, in het geval van Israël is dat de dreiging uit Iran en in het geval van Taiwan is dat de opkomst van China.

Globale samenleving

Maar dat is nog niet alles. Wat de druk op het Westen extra zwaar maakt, is dat er niet alleen sprake is van externe kritiek. De dissidenten van binnenuit roeren zich steeds meer. Mensen die klaar zijn met het vermeende onder één hoedje spelen van de machthebbers, mensen die Poetin als een geweldige leider zien, mensen die vinden dat het ooit vrije Westen veranderd is in een dictatuur waar voor je wordt bepaald of je een mondkapje op moet of niet, mensen die de aanpak van het klimaat bevechten – de laatste jaren blijkt uit analyses steeds weer dat de onvrede in de westerse samenlevingen sterk aan het groeien is en dat die onvrede mede wordt afgereageerd op overheden.

Dat is het probleem van een globale samenleving: grote internationale uitdagingen zoals klimaatverandering, migratie, energie, voedselveiligheid en bevoorrading kunnen zomaar onderdeel worden van het narratief ”The West against the rest”. Ze hébben ook met elkaar te maken, dat is de realiteit in een wereld die onderling met heel veel touwtjes aan elkaar verbonden is. De energiecrisis bijvoorbeeld heeft direct met de oorlog in Oekraïne te maken en de stopzetting van de toevoer van Russisch gas. Voedselzekerheid in sommige landen in Afrika heeft óók direct met die oorlog van doen, omdat Oekraïne voor die landen een graanschuur is. En dan migratie: grote hoeveelheden vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan hebben op z’n minst deels te maken met westers beleid in die regio. Wat bevoorrading betreft: dat de Houthi’s in Jemen met een paar raketten de wereldwijde routes voor bevoorrading onder druk kunnen zetten, is weer een direct gevolg van de oorlog in Gaza – waarbij Israël als onderdeel van ”the West” wordt gezien. En voor klimaatverandering, ten slotte, wordt allerwegen naar het Westen met z’n grote ecologische voetafdruk gewezen.

Mondiale kloof

In deze tot in zijn vezels verbonden wereld neemt het onderlinge wantrouwen alleen maar toe, is de sombere conclusie van Nathalie Tocci. Zij is journalist bij de Britse krant The Guardian en zij trekt die conclusie naar aanleiding van de internationale veiligheidsconferentie die eerder dit jaar in München werd gehouden. „De oorlogen die zich nu ontvouwen, hoewel regionaal, hebben mondiale repercussies en voeden wereldwijd wantrouwen, misverstanden en een ”Westen versus de rest”-verhaal”, schrijft zij. „Dit bemoeilijkt op zijn beurt de zoektocht naar oplossingen voor de grote transnationale uitdagingen van onze tijd. Stemmen uit alle hoeken van de wereld kunnen met succes worden bijeengeroepen en samengebracht. Maar de mondiale kloof tussen hen wordt steeds groter.”

Dat deze ontwikkelingen zorgwekkend zijn, is geen vraag. Het is eerder verrassend dat ze nú pas plaatsvinden. De bekende politicoloog Samuel Huntington, bekend van zijn boek ”Botsende beschavingen”, zag ze in de jaren 90 al aankomen. „De volgende wereldoorlog, als er een komt, zal een oorlog zijn tussen beschavingen”, schreef hij in 1993 in een beroemd geworden artikel in de New York Times. „De centrale as van de wereldpolitiek zal waarschijnlijk het conflict zijn tussen het Westen en de rest.”

Zijn these is vaak bestreden, maar de oorlog in Gaza maakt langzamerhand iets groots duidelijk wat nog niet iedereen ziet of wil zien: dat de aloude Europese machten, samen met Amerika en Israël, op steeds meer expliciete tegenstand kunnen rekenen. Wat iemands persoonlijke opstelling ook is rond Israël, feit is dat de ”global South”, het mondiale zuiden van ex-koloniën en ontwikkelingslanden, steeds luider blijk geeft van zijn ongenoegen. Een vaak gehoord verwijt is dat het Westen moet stoppen met zijn „dubbele standaarden”, en dat die standaarden in de Gaza-oorlog duidelijk aan het licht zijn gekomen.

Christelijk antwoord

Terecht of niet, ”we” in het Westen staan er steeds meer alleen voor. Of dit uiteindelijk tot een nieuwe grote oorlog zal leiden, kan niemand met zekerheid zeggen. Daarvoor zijn er veel te veel onzekere factoren. En of zo’n oorlog dan door het Westen gewonnen kan worden, in welke vorm dan ook, is eveneens hoogst onzeker.

Maar wat áls? Een spannende vraag is wat het einde van de westerse hegemonie zou betekenen. Als de pax Americana eindigt, is dat dan gelijk het einde van de wereld? Het antwoord op die vraag kun je heel verschillend invullen. De meest extreme manier is die van Joseph en Magda Goebbels. Joseph was een van de hoogste politici van het naziregime in Duitsland. Hij en zijn vrouw besloten dat hun zes kinderen geen toekomst zouden hebben als nazi-Duitsland ten onder zou gaan. Ze dienden hun op 1 mei 1945 alle zes een blauwzuurcapsule toe waaraan ze stierven.

Een christelijk antwoord dat hier haaks op staat is uiteraard dat christenen kunnen leven onder íéder politiek regime, zoals de geschiedenis bewezen heeft. Ze kunnen dat omdat ze de wereldorde niet boven de navolging van Christus stellen.

Maar in de praktijk is dat antwoord vaak veel schimmiger, zeker voor christenen die zich sterk verbonden voelen met nationalistische of andere uitgesproken politieke overtuigingen. Die christenen doen er echter goed aan hun prioriteiten te heroverwegen, zei de Amerikaanse kerkhistoricus Thomas Kidd onlangs in het Reformatorisch Dagblad. „Al heel snel gaat het niet meer om het geloof, maar om het behoud van aardse macht en eigen superioriteit. Pure afgodendienst.”

Wat dan wel? Is er een alternatief voor christenen? Een interessante optie klinkt uit de mond van een aantal christelijke denkers die samen het project The After Party hebben gevormd. Eind april kwamen ze met een boek met dezelfde titel, dat christenen kan helpen om Christus weer centraal te stellen – juist in hun politieke denken. In de VS is dat probleem heel pregnant, maar ook christenen in Europa en in Nederland zijn niet immuun voor het verbinden van hun geloof aan een bepaalde vorm van politiek.

Wat de mensen van The After Party voor ogen staat, is een einde aan het wij-zij-denken, dat alleen maar meer verdeeldheid oplevert. Daarnaast hopen ze dat christenen zich niet langer blindstaren op één bepaalde partij of één bepaald beleid, maar dat ze zich in de politiek laten leiden door de samenvatting van een christelijk leven uit Micha 6:8: recht doen, goedertierenheid liefhebben en ootmoedig te wandelen met God.

En ten slotte hopen ze dat christenen in de politiek hun blik zullen richten op wat de ”after party” uiteindelijk in petto heeft: „Onze diepste angsten en hoop zullen nooit beantwoord worden door de overwinning van welke politieke partij of politicus dan ook, maar alleen door het bruiloftsfeest van het Lam, de terugkeer van onze Koning Jezus.” Want dit is zeker: de kantelende wereldorde zal niet in staat zijn dat feest te annuleren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer