Uitbundige bollenvelden bij Lisse
Onder de Hollandse lucht, mild door het zonlicht beschenen: banen, uitbundig, vol kleur. Tulpen, een gloed van fluweel.
Zomaar een dag in april, zomaar een zandgrond bij Lisse. Even geen twist en tumult. Elders de loopgraaf, het front.
Mensen, verdeeld en verward, voer voor machines vol data. Mensen de koning te rijk, ieder zijn hoogsteigen gelijk.
Bloeien de bloemen nog wel, trekt door de akker geen rilling? Is het niet akelig koud, slaat niet de vrees om het hart?
Kijk naar de tulp in het veld, stil in de massa, die ene. Maagdelijk wit is het blad, roze, gekarteld de rand.
Rafelig is het bestaan, zoek het niet zeker te stellen. Leef in vertrouwen, ontmoet. Manna, genoeg voor de dag.
Ieder zijn kartel, zijn rand, elk door het leven getekend. Roze of oranje of rood, eens moet de kop in de schoot.
Wieken, ze vangen de wind, zijdezacht bloemblad het daglicht. Telkens een morgen, als nieuw, teken van toekomst en hoop.
Soms hangt het wolkendek zwaar boven de kleurrijke velden. Dan weer een lucht, hemelsblauw. Licht is de tulp op het land.
Alles wordt helder en puur. Wonderlijk schoon zijn de dingen. Alle met wijsheid gemaakt. Oorsprong, vernieuwing, begin.