Binnen islam wel degelijk ruimte voor vrijheid en democratie
In tegenstelling tot wat dr. J. Vlaardingerbroek betoogt (RD 10-4) is de islam niet per definitie ondemocratisch en intolerant. Integendeel, er zijn genoeg voorbeelden van democratische moslimlanden.
Behalve dat hij op de gevaren van de islam wijst, schrijft Vlaardingerbroek ook met veel bewondering over Geert Wilders, die als enige politicus wijst op het gevaar van de islam. De aantijgingen dat Wilders ondemocratisch en onrechtstatelijk is, worden weggewuifd aangezien Wilders bij de formatieonderhandelingen bewezen heeft dat hij „democratisch en rechtsstatelijk te werk kan gaan”.
Wilders verkondigt al heel lang dat de islam zo’n beetje de schuld is van alles wat er mondiaal misgaat: „Negenennegentig procent van alle problemen in de wereld heeft op de een of andere manier met de islam te maken. Dat is de realiteit. Ja, ook in Nederland” (Trouw, 16 oktober 2004).
Schijnbaar is dit de enige reden om Wilders op een voetstuk te zetten, want met rechtsstatelijkheid en democratie heeft Wilders weinig op. Journalisten worden door hem bestempeld als „ tuig van de richel ” (persvrijheid is een onmisbaar onderdeel van een democratische rechtsstaat), hij spreekt regelmatig over een nepparlement en een neprechtbank en het functioneren van rechters moet iedere vijf jaar worden geëvalueerd. Rechters die volgens hem niet streng genoeg straffen, moeten worden vervangen.
Instituties zoals persvrijheid, rechtspraak en parlement spelen een onontbeerlijke rol bij het in stand houden van de rechtsstaat. Het is echter juist Wilders die het gezag van deze institutionele pijlers van de rechtsstaat ondermijnt. Als we naar de statuten van de PVV kijken, dan valt meteen op dat het een partij zonder leden is. Niemand kan lid worden van de PVV en Wilders heeft dit opzettelijk gedaan „om LPF-achtige toestanden te voorkomen”. Het is daarom opmerkelijk te noemen dat Vlaardingerbroek Wilders een democraat noemt.
Seculiere grondwet
Vlaardingerbroek stelt dat er „geen enkel islamitisch land met politieke vrijheid, democratie en godsdienstvrijheid” is. Binnen de islam is er een enorme diversiteit aan opvattingen over vrijheid, kritiek leveren, vrijheid van meningsuiting en democratie. In liberale democratieën zijn er in navolging van de politiek filosoof Isaiah Berlin (1909-1997) twee opvattingen over vrijheid: negatieve en positieve vrijheid. Bij negatieve vrijheid ligt vooral de nadruk op ongestoord je gang kunnen gaan zonder externe (sociale) druk. Dit is de klassieke liberale opvatting van vrijheid. Bij positieve vrijheid is dit ook het geval maar ligt de nadruk meer op het verwezenlijken van doelen en idealen.
Positieve vrijheid is het beste toepasbaar bij de islam: er is vrijheid om tot een bepaalde hoogte je eigen keuzes te maken en je idealen na te streven. Ook is er op basis van de heilige geschriften (de Koran en de Hadith, de overleveringen van de profeet Mohammed) van de islam ruimte voor vrijheid van meningsuiting en het leveren van kritiek. Niet om mensen tot op het bot te beledigen, maar om te komen tot waarheidsvinding en menselijke waardigheid. Immers, zonder vrijheid van meningsuiting worden menselijke waardigheid en streven naar persoonlijke ontwikkeling beperkt. In de praktijk is het over het algemeen wel zo dat je in een liberale samenleving meer kunt zeggen dan in een islamitische samenleving. Dit komt met name omdat in de islam het accent ligt op de gemeenschap, terwijl bij een liberale samenleving er meer nadruk ligt op het individu.
De stelling dat alle moslimlanden ondemocratisch zijn, strookt niet met de werkelijkheid. Er zijn inderdaad moslimlanden, zoals Afghanistan (geregeerd door de taliban), waar de politieke islam het voor het zeggen heeft en waar geen politieke vrijheid, democratie of godsdienstvrijheid is. Maar dit geldt niet voor elk moslimland. Indonesië is het grootste moslimland ter wereld en heeft eens in de vijf jaar verkiezingen . Daarnaast is de grondwet van Indonesië seculier, wat betekent dat er geen officiële staatsgodsdienst is en dat de staat religieus neutraal is. Niet alleen kent het land een diversiteit aan culturen en religies, er wordt ook gestreefd naar pluralisme en tolerantie. Ook heeft het van 23 juli 2001 tot 20 oktober 2004 met Megawati Sukarnoputri een vrouwelijke president gehad. Verschillende andere moslimlanden hebben een vrouwelijke president gehad, zoals Bangladesh (Khaleda Zia, van 1991 tot 1996, van 2001 tot 2006 en van 2006 tot 2009) en Pakistan (Benazir Bhutto was premier van 1988 tot 1990 en van 1993 tot 1996).
Miskenning
Tijdens de kolonisatie door Europese mogendheden zijn er in moslimlanden seculiere elementen ingevoerd, onder andere op het gebied van staatspolitiek. Na hun onafhankelijk hebben veel moslimlanden een seculiere grondwet aangenomen en vinden er geregeld verkiezingen plaats. Hierdoor is er onder moslimgeleerden een discussie ontstaan over hoe vanuit islamitisch perspectief om te gaan met democratie, godsdienstvrijheid en politieke vrijheid.
De massieve benadering van Vlaardingerbroek dat de islam wars is van vrijheid en vrijemeningsuiting en dat er geen enkel moslimland democratisch is, strookt niet alleen met de heilige geschriften van de islam, maar miskent tevens de werkelijkheid.
De auteur is universitair docent islamstudies aan het Centrum voor Islamitische Theologie, Faculteit Religie en Theologie, Vrije Universiteit Amsterdam.