BOinK pleit voor meer preventie tegen mazelen
De overheid moet meer doen aan preventie om een mogelijke mazelenuitbraak te voorkomen. Volgens Gjalt Jellesma van de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK) had dit al direct na corona moeten gebeuren, „toen we het percentage vaccinaties snel naar beneden zagen gaan”. Hij vindt het advies over hoe te handelen bij een mazelenuitbraak, „een reactie als het kalf al is verdronken”.
De voorzitter reageert op het advies van het Outbreak Management Team (OMT), dat de overheid aanraadt extra maatregelen te nemen nu het aantal besmettingen met mazelen toeneemt. Zo meent het OMT dat broertjes en zusjes van kinderen met mazelen niet naar het kinderdagverblijf mogen gaan tot het einde van de incubatietijd. Ook adviseert het OMT groepen binnen een kinderdagverblijf bij een besmetting zo veel mogelijk van elkaar te scheiden.
Jellesma begrijpt het advies voor de kinderopvang, maar vindt het „heel treurig” dat het zo ver moet komen. Volgens de BOinK-voorzitter meende het RIVM eerder dat maatregelen bij het kinderdagverblijf niet veel zin hebben, omdat kinderen ook elders besmet kunnen raken. „Buitengewoon opmerkelijk, want iedereen kan bedenken dat jonge kinderen nergens zo dicht op elkaar zitten dan in een kinderdagverblijf.” Hij pleit ervoor dat de overheid „permanent beleid” voert op preventie en verwijst naar het rapport van de Commissie kinderopvang en vaccinatie uit 2019, waarin advies staat over hoe om te gaan met de dalende vaccinatiegraad.