Het is de hoogste tijd dat de EU Oekraïne echt helpt
Iran manifesteerde zich vorige week in de nacht van zaterdag op zondag met groot militair machtsvertoon. Niet minder dan 400 tot 500 drones en raketten stuurde het land, met hulp van onder andere Hezbollah, in enkele uren tijd naar Israël. Volgens deskundigen is dit aantal ruim het dubbele van wat Rusland ooit in één aanval op Oekraïne afvuurde.
Het militaire antwoord van Israël loog er bepaald niet om. Met hulp van onder andere de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Jordanië werden zo goed als alle projectielen onderschept. Dodelijke slachtoffers vielen er –gelukkig– niet.
De Oekraïense president Zelensky vroeg maandagavond of hij en zijn land niet dezelfde hulp kunnen krijgen als Israël had ontvangen. Hij was getuige geweest van een gemeenschappelijk optreden „met maximale effectiviteit”, zei Zelensky in zijn dagelijkse videoboodschap. Hij voegde daaraan toe: „De geallieerde actie laat zien hoe effectief eenheid in de verdediging tegen terreur kan zijn, als deze gebaseerd is op voldoende politieke wil.”
De Oekraïense president misgunt Israël de hulp die het ontvangt niet, maar zou graag zien dat zijn land eveneens door het Westen wordt beschermd. Israël heeft de westerse hulp tegen Iran nodig en krijgt die ook. Oekraïne kan in de strijd tegen Rusland de bijstand van de vrije wereld evenmin missen, maar ontvangt die mondjesmaat. Hier lijkt verandering in te komen. Woensdag beloofden de EU-leiders zo snel mogelijk te zullen helpen met munitie en extra luchtafweersystemen.
De vraag is of dit afdoende is. Het Oekraïense leger heeft tekorten aan alles wat nodig is om Rusland tegen te houden. Oekraïne dreigt te bezwijken onder de Russische overmacht. De Oekraïense soldaten kunnen Russische aanvallen niet meer afdoende beantwoorden door gebrek aan artilleriegranaten.
Wat bovendien niet helpt, is dat in de Verenigde Staten de Democraten en de Republikeinen met elkaar overhoop liggen over militaire steun aan Oekraïne. Hopelijk zet het Huis van Afgevaardigden vrijdag het licht op groen voor een militair hulppakket, maar dat is allerminst zeker.
De EU-lidstaten lijken zich nu eindelijk werkelijk zorgen te maken over de wapentekorten in Oekraïne. In de Europese hoofdsteden moet men lange tijd hebben gedacht het conflict zonder grote inspanning te kunnen bevriezen. Dat dit een verkeerde inschatting is, tonen de recente gebiedsveroveringen van het Russische leger aan.
In Moskou bestaat de indruk dat het Westen de steun aan Oekraïne niet volhoudt. Die zwakte moedigt de Russische leiding juist aan de druk op Oekraïne te verhogen.
Zijn de Europeanen er nu eindelijk van doordrongen dat het in hun eigen belang is Poetin in Oekraïne te stoppen? Dat is steeds met de mond beleden, maar leidde er niet toe dat Europa substantieel in beweging kwam. Nu zien we enige actie, maar het is de vraag of die afdoende is en niet te laat komt.