Nieuwe vaccintest maakt proef op dieren overbodig
De Utrechtse onderzoeker B. Metz heeft een methode ontwikkeld om difterievaccins te testen zonder gebruik te maken van proefdieren. De nieuwe testmethode is goedkoper en sneller uit te voeren dan de oude technieken.
Metz promoveert op 28 februari met dit onderzoek aan de Universiteit Utrecht.
Met de nieuwe methode kan precies worden vastgesteld of de samenstelling van het difterievaccin goed is. De test richt zich op het vaccin zelf en niet op de reactie van de proefdieren.
Volgens de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) dienen vier op de tien dierproeven voor de ontwikkeling of controle van onder meer vaccins en geneesmiddelen. Het gebruik van proefdieren is omstreden. Onderzoek van Intomart GfK wees vorig jaar uit dat 67 procent van de Nederlanders tests op dieren, voor welk doel dan ook, afwijst als de beesten daar ernstig onder lijden.
Prof.dr. C. Hendriksen, proefdierdeskundige van het Nederlands Vaccin Instituut (NVI), ziet de nieuwe methode als een waardevolle bijdrage aan de vermindering van het proefdiergebruik. Het NVI levert alle vaccins voor het rijksvaccinatieprogramma.
Het kan nog jaren duren voordat de methode daadwerkelijk gebruikt kan worden. De nieuwe techniek moet volgens Europese richtlijnen eerst nog getoetst worden door een aantal onafhankelijke laboratoria.