In totaal werken 352 miljoen kinderen tussen de 5 en 17, van wie 211 miljoen op de boerderij of in huis. Bijna alle kinderarbeid (97 procent) wordt verricht in de ontwikkelingslanden. In Afrika bijvoorbeeld werkt bijna de helft van de kinderen tussen de 5 en 14. Armoede en gebrek aan onderwijs, verergerd door aids, zijn de voornaamste oorzaken voor het ontstaan van kinderarbeid en uitbuiting. In de 43 landen waar het gemiddelde jaarinkomen op of onder de vijfhonderd dollar ligt, is over het algemeen sprake van 30–60 procent kinderarbeid. In de landen waar het inkomen tussen de vijfhonderd en duizend bedraagt, is dat percentage 10–30.

Het is dus zaak armoede de wereld uit te helpen en meer en betere ontwikkelingshulp te geven, zei Directeur David Bull van UNICEF UK. Dertig jaar geleden kwamen de rijkste landen overeen 0,7 procent van hun bruto inkomen aan ontwikkelingshulp te spenderen en vandaag zijn er slechts vijf landen – Nederland, Luxemburg, Noorwegen, Denemarken en Zweden – die daaraan voldoen. Dat er nog een miljard kinderen op aarde in armoede leven is een ‘onaanvaardbaar onrecht’, zei Bull.

Groot–Brittannië heeft het voortouw genomen door te beloven de 0,7 procentsnorm in 2013 te halen, maar UNICEF zou graag zien dat dat doel eerder wordt bereikt, zei Bull. In 2013 zal nog steeds maar de helft van de kinderen in Afrika de basisschool doorlopen en zal één op de zes voor het vijfde levensjaar sterven.