Gids voor ouders met een angstig kind
Angstige kinderen zijn er altijd geweest, maar in de huidige tijd van stress en onzekerheid worden dat er zeker niet minder. Het zelfhulpboek ”Help je kind bij angst en zorgen” nodigt ouders uit zelf aan de slag te gaan.
Niet voor niets leggen de makers van het boek, de Britse kinderpsychologen Cathy Creswell en Lucy Willetts, de bal bij de ouders neer. Zij kennen hun kind als geen ander en trekken ook het meest met hen op. Daar komt bij dat ze door hun neiging de angst uit de weg te gaan, het probleem onbedoeld in stand kunnen houden. Ook kan het zijn dat ze zelf bang zijn aangelegd. Kinderen pikken dat op, al proberen vader en moeder hun gevoelens nog zo goed te maskeren.
Neem angst serieus, benadrukken beide schrijvers. Het kan nog zo absurd lijken dat het kind bang is voor een vliegje, of voor een monster onder het bed, maar voor het kind is die angst realiteit. Begrip en inleving zijn overigens iets anders dan acceptatie. Het kind zal hoe dan ook met de angst aan de slag moeten.
De methode is bedoeld voor kinderen van 5 tot 12 jaar, een leeftijdsgroep waar beide psychologen veel praktijkervaring mee hebben. Aan de hand van een vijfstappenplan nemen ze ouder en kind bij de hand om in eerste instantie het onderliggende probleem onder ogen te leren zien en vervolgens stap voor stap de angst te leren overwinnen. De methode is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie, die uitgaat van het idee dat ons denken grote invloed heeft op hoe we ons voelen.
Ook ouders van heel jonge of juist wat oudere kinderen kunnen met dit boek aan het werk. Voor hen is achterin een hoofdstuk met tips en aandachtspunten opgenomen. Daar is ook extra aandacht voor kinderen die niet meer naar school durven, of bang zijn om te gaan slapen. Dat laatste kan een enorm probleem zijn, met schaamte, radeloosheid en extreem vermoeide ouders als gevolg.
Aan de slag gaan met een angstig kind kunnen ouders prima zelf, is de boodschap van de auteurs. Al maken ze wel de kanttekening dat bij onderliggende problemen als een trauma of autisme hulp van buitenaf nodig kan zijn. Ook dan zijn de ouders de aangewezen personen om met het kind aan de slag te gaan, maar is het verstandig als een hulpverlener over de schouder meekijkt.
De auteurs zijn erin geslaagd een helder en laagdrempelig boek te schrijven. Het stappenplan ziet er soms wat schools uit, maar dat geeft ook wel weer houvast. De schematische weergave kan voor ouders die niet gewend zijn een boek van een paar honderd pagina’s te lezen een welkome steun in de rug zijn.
Soms kunnen de te zetten stappen klein en onbeduidend voorkomen. Kijk vooral wat het kind nodig heeft, zeggen Creswell en Willetts. Kleine stapjes geven meer kans van slagen. Je hebt er niets aan als het kind blokkeert en weer een paar stappen omlaag moet op de ladder. En verwacht geen wonderen. Wie na een maand of twee omkijkt en ziet dat de angst niet weg is maar op een aantal punten wel zichtbaar afgenomen, mag dik tevreden zijn.
Een zelfhulpboek is een mooi en laagdrempelig hulpmiddel, maar het nadeel is dat je als het mislukt verder van huis bent. Dat weegt in dit geval extra zwaar, omdat het niet jezelf maar je kind betreft. Wel moet gezegd dat de auteurs er alles aan doen om terugval te voorkomen. Het boek staat bol van de tips bij stilstand en achteruitgang. Zo veel dat het soms weleens wat belerend kan overkomen.
Als ik zelf een schoolkind had met angst, zou ik de methode zeker een kans geven. De auteurs zeggen niet dat het gemakkelijk is, maar stralen wel uit dat het kan. Kies een moment uit waarop jij en je kind de tijd en energie hebben om te beginnen en door te zetten, dat maakt de kans van slagen een stuk groter.
Help je kind bij angst en zorgen, Cathy Creswell en Lucy Willetts; uitg. Nieuwezijds; 272 blz.; € 27,99
„Het kan nog zo absurd lijken dat het kind bang is voor een vliegje, of voor een monster onder het bed, maar voor het kind is het realiteit” - Cathy Creswell en Lucy Willetts, kinderpsychologen