Puttense moordzaak nadert ontknoping
Zelden is zo reikhalzend uitgekeken naar een rechterlijke uitspraak als die van het gerechtshof Leeuwarden in de zogenoemde Puttense moordzaak. Woensdag is het zover. Dan velt het hof zijn oordeel over de schuld of onschuld van de twee hoofdrolspelers, Herman Du Bois en Wilco Viets.
Het hof in Arnhem veroordeelde het tweetal in 1995 in hoger beroep tot elk tien jaar cel. Eerder had de rechtbank in Zutphen hen al schuldig bevonden en straffen opgelegd. Volgens velen zijn die twee uitspraken synoniem geworden aan ’de gerechtelijke dwaling van de eeuw’. De Hoge Raad gaf het Leeuwarder hof vorig jaar opdracht de zaak te herzien. Het hof deed dat de afgelopen maanden onder voorzitterschap van W. Vellinga met grote zorgvuldigheid.
Op 9 januari 1994 werd de 23-jarige Christel Ambrosius dood gevonden in het huis van haar oma, aan de rand van Putten. De verdenking viel naar verloop van tijd op de zwagers Du Bois en Viets, met hun schoonvader Gerrit Schuchard en diens ’huisvriend’ Willem Bettink als mogelijke medeplichtigen. De laatste twee waren de belangrijkste (oog-)getuigen. Zij verklaarden door een raam van de Puttense boswoning te hebben gezien hoe Du Bois en Viets Ambrosius verkrachtten en doodden.
In het vooronderzoek legden de twee verdachten eveneens bekennende verklaringen af. Voor justitie was de zaak daarmee min of meer rond. Dat Viets, Du Bois en Schuchard later terugkwamen op hun verklaringen, kon de Zutphense en Arnhemse veroordelingen niet voorkomen. Willem Bettink biechtte in een later stadium tegenover journalist Peter R. de Vries op dat zijn belastende verklaringen niet klopten. Bettink herhaalde deze pirouette onder ede voor het hof in Leeuwarden. Het Openbaar ministerie (OM) beschuldigde hem daarop van meineed, wat ertoe leidde dat de getuige andermaal 180 graden draaide: zijn beschuldigende verklaringen kloppen dus wèl.
Het is de vraag hoe de Leeuwarder raadsheren dit verwarrende gedrag van de betrokkenen zullen wegen. Minstens zo interessant zal hun visie zijn op de betekenis van de spermadruppel die werd aangetroffen op een bovenbeen van het slachtoffer. DNA-proeven hebben uitgewezen dat deze niet van Du Bois of Viets afkomstig is. Dat feit leidde tot de zogenoemde sleeptheorie: het sperma zou afkomstig zijn van een eerder, vrijwillig seksueel contact en door de verkrachter van Ambrosius uit haar lichaam zijn gesleept.
Gyneacoloog T. Eskes, bedenker van de theorie, trok deze jaren later weer in, omdat hij naar eigen zeggen onvoldoende geïnformeerd was over voor hem relevante feiten uit het Puttense dossier. Maar het OM heeft Eskes niet nodig om de sleeptheorie overeind te houden. Dat bleek uit het requisitoir van de Leeuwarder advocaat-generaal J. van der Neut, twee weken geleden. Hij haalde andere deskundigen aan die het sleepscenario voor zeer wel mogelijk houden.
Volgens Van der Neut zijn Du Bois en Viets destijds terecht veroordeeld. De mogelijkheid van een gerechtelijke dwaling mag „aanstekelijk, spectaculair en meeslepend” zijn, maar daarvan is volgens de aanklager geen sprake. Ook de beweringen van de veroordeelden over politiedruk - waardoor zij bekend zouden hebben - wees hij van de hand. De bekentenissen kwamen kort na de arrestatie van de ’Twee van Putten’ op tafel, benadrukte Van der Neut.
In het herzieningsproces werden Du Bois en Viets verdedigd door advocaat G.J. Knoops en diens echtgenote. Volgens hem hebben zijn cliënten de schijn tegen en is hen in de eerdere processen het voordeel van de twijfel ten onrechte onthouden. Als het hof in Leeuwarden hen dit voordeel toekent en hen vrijspreekt, kan het steekspel over de hoogte van de schadevergoeding beginnen. Ook begint dan mogelijk een nieuw onderzoek naar de werkelijke dader(s).