Milieudefensie botst met AH-moeder over klimaat, dreigt met rechter
Het bestuur van Ahold Delhaize heeft op de aandeelhoudersvergadering opnieuw veel kritische vragen gekregen van aanhangers van Milieudefensie. Zij wilden ja of nee horen op de vraag of het moederbedrijf van Albert Heijn durft te beloven de CO2-uitstoot in 2030 te verlagen met 48 procent ten opzichte van 2019.
Volgens Milieudefensie is dat nodig om te voldoen aan het klimaatakkoord van Parijs. „Kiest u voor Parijs, of de rechtbank?”, vroeg Winnie Oussoren, voorzitter van Milieudefensie Jong.
Maar volgens Ahold Delhaize-topman Frans Muller is het verschil tussen de milieubeweging en hem niet groot. Ook de bedrijfstop wil de opwarming van de aarde beperken tot 1,5 graad. Alleen de tussentijdse doelen zijn anders en worden beoordeeld door het zogeheten Science Based Target initiative (SBTi), een volgens hem „gerespecteerd” instituut dat het bedrijfsleven helpt klimaatdoelen op te stellen.
Een concreet ja of nee kreeg Milieudefensie na acht keer dezelfde vraag niet. „Ja of nee? Word niet de nieuwe Shell”, scandeerden aanhangers van Milieudefensie, verwijzend naar de klimaatzaak die het energiebedrijf in eerste aanleg verloor. Met gebalde vuist in groene handschoenen verlieten de ongeveer honderd activisten nog tijdens de vergadering de zaal.
Tijdens de vergadering probeerde Muller te benadrukken dat het concern doelen heeft die „erg ambitieus zijn als je het vergelijkt met de sector”. De uitstoot uit eigen activiteiten moet in 2030 zijn gehalveerd ten opzichte van 2018. En de emissies van toeleveranciers als boeren of voedselproducenten, die veel hoger liggen, moet over zes jaar 37 procent lager zijn dan in 2020.
Milieudefensie wierp tegen dat het SBTi de plannen om dat laatste doel te behalen nog niet heeft gevalideerd en beschuldigde het bedrijf ervan een deel van de emissies „te verdoezelen”. Maar het valideren van deze aangescherpte doelen moet goed gebeuren en dat kost tijd, zei Muller daarop.
Andere aandeelhouders gaven ook tegengeluid. Een van hen schamperde dat het door alle harde woorden een jaarvergadering „van een bruinkoolcentrale of iets dergelijk lijkt”. Een andere aanwezige gaf het bestuur juist complimenten voor de klimaatinspanningen. „We moeten ook over de schutting heen kijken, en jezelf afvragen hoe we de handen ineenslaan. Dat bereiken we niet door te dreigen met een rechtszaak”, zei ze. „Als ik al die cijfers zie die u noemt, heb ik niets dan lof.”