Van kneedbare mens naar supermens?
Soms wordt er een verband gelegd tussen transgenderisme en transhumanisme. Transgenderisme zou de weg bereiden voor transhumanisme. Is dat inderdaad zo? En is dat iets wat zorgen moet baren?
Wat transgenderisme is, behoeft helaas weinig uitleg meer. In de achterliggende jaren rukte dit ”isme” op in de westerse wereld. Miljoenen mensen, vaak jongeren, werden aangestoken door het sociale virus en raakten ervan overtuigd dat hun gender afwijkend is van hun biologische geslacht. Volgens een recent onderzoek in dertig landen identificeert gemiddeld 3 procent van de bevolking zich inmiddels als transgender, genderfluïde of non-binair. Onder jongvolwassenen ligt het percentage volgens andere onderzoeken aanmerkelijk hoger .
Bij veel transgenders ontstaat de wens tot transitie, waarbij langs medische weg lichaamskenmerken worden aangepast aan genderwensen. Tal van landen besloten dat accommodatie van deze wensen belangrijk is voor het welzijn van transmensen. Volgens onderzoeksbureau The Insight Partners groeit de wereldwijde markt voor geslachtsveranderende operaties van 2,9 miljard dollar in 2022 naar 6,3 miljard in 2030. Een jaarlijkse groei van meer dan 10 procent. ”Transtech” is big business.
Kenmerkend voor het gedachtegoed achter transgenderisme is dat het gevoel, de geest, gezien wordt als van hogere orde dan het lichamelijke, het biologische. Het lichaam wordt daarom, voor zover technisch mogelijk, aangepast aan de geest. Carl Trueman spreekt in dit verband van „plastic people in a liquid world”, kneedbare mensen in een vloeibare wereld. Er zijn geen transcendente normen die dit zouden kunnen verbieden. Integendeel, zelfexpressie is noodzakelijk voor welbevinden. De enige norm hiervoor kan het eigen gevoel zijn. Dat behoort immers tot de kern van het mens-zijn. Dat is wie je bént. In een tijdsbeslag van minder dan tien jaar is dit denken gaan behoren tot de breed gedragen maatschappelijke opvattingen.
Transhumanisme
Maar hoe zit het met dat andere ”trans”-woord: transhumanisme? Kort samengevat is het doel van transhumanisme het creëren van mensen die hun natuurlijke grenzen en vermogens overstijgen. Transhumanisten gaan meestal uit van een seculier evolutionistisch wereldbeeld. Men wil de evolutie van de menselijke soort zelf ter hand te nemen, de natuur een handje helpen. Dit moet uitlopen op de creatie van superintelligente mensen die het eeuwige leven hebben.
Die ideeën zijn in sommige opzichten niet nieuw. In de Oudheid suggereerde Plato in ”De ideale staat” al het idee van selectieve voortplanting. Hij stelde voor dat menselijke voortplanting gecontroleerd zou moeten worden door de autoriteiten en dat de meest begaafden de meeste kans zouden moeten krijgen om zich voort te planten. Hij maakte daarbij de vergelijking met het fokken van jachthonden. Kinderen die niet voldoen aan de voorwaarden –bijvoorbeeld kinderen met gebreken– kunnen niet worden grootgebracht. Onder meer Spartanen brachten dit ook daadwerkelijk in de praktijk.
Bekend is ook het begrip eugenetica, of rasverbetering, dat eind negentiende eeuw opgeld deed. Vers in de herinnering liggen de afschuwelijke eugenetische praktijken van de nazi’s. Zij streefden naar een superieur Arisch ras. Het gaf aanleiding tot de bedrijfsmatige massamoord van meer dan acht miljoen mensen in concentratie- en vernietigingskampen, onder wie zwakzinnigen, gehandicapten, zigeuners en Joden. Maar ook diverse andere westerse landen, waaronder de Verenigde Staten, Canada en Scandinavische landen, kenden in de twintigste eeuw nogal huiveringwekkende eugenetische praktijken.
Deze ideeën leven nog steeds voort, zij het dat overheidsdwang heeft plaatsgemaakt voor beïnvloeding, marktkracht en keuzevrijheid. Denk aan de wijdverbreide hedendaagse praktijk om kinderen met afwijkingen in de moederschoot te aborteren na een prenatale screening. Denk bijvoorbeeld ook aan de beweging van pronatalisten, met beeldbepalende figuren zoals Elon Musk . Hij kreeg minstens tien kinderen bij drie vrouwen. Het idee is dat slimme mensen hun best moeten doen om zo veel mogelijke slimme kinderen op de wereld te zetten om zo de mensheid te ‘upgraden’ naar een hoger niveau. En dat is uiteindelijk ook het doel van transhumanisme.
Wegbereider
Maar heeft dat alles iets te maken met transgenderisme? Is er verwantschap tussen beide “ismes”? Jawel, stelde de Amerikaanse christelijke conservatieve commentator Matt Walsh onlangs ( Daily Wire, 22-3 ). Volgens hem is er in de transgenderbeweging steeds vaker sprake van een streven naar zelfcreatie door medische aanpassingen waarbij mensen hun fantasie de vrije loop mogen laten.
Volgens Walsh heeft transgenderisme altijd veel gemeenschappelijk gehad met transhumanisme. „Het was onvermijdelijk dat de twee ideologieën zouden convergeren. (…) Zowel transgenderisme als transhumanisme is gegrond op een afwijzing van klassieke en christelijke opvattingen over de menselijke natuur. Beide willen mensen tot god over zichzelf maken.” Walsh eindigt zijn artikel met links naar afschuwelijke video’s van mensen die hun lichamen op monsterlijke wijze lieten aanpassen.
Ook de christelijke hoogleraar Nancy Pearcy signaleert in ” Love Thy Body ” dat er sprake is van verwante ideeën. Volgens haar gaat het moderne denken uit van een scheiding tussen het zijn van een persoon en het hebben van een lichaam. Het lichaam is ondergeschikt. Daar mag aan gesleuteld worden. Het is een aanpasbaar biologisch organisme. De menselijke brein vormt een onderdeel van het lichaam. De menselijke soort is in het transhumanistische denken uiteindelijk niet eens uniek, en het staat daarom vrij om nieuwe soorten wezens te bedenken.
De vraag is wel hoe realistisch wetenschappelijk gezien de transhumanistische ideeën zijn. Jobst Landgrebe en Barry Smith gaan dit na in ” Why Machines Will Never Rule the World ”. Zij bespreken de belangrijkste transhumanistische benaderingen, waaronder genetische engineering en het bereiken van onsterfelijkheid langs de digitale weg door kunstmatige intelligentie en maken er korte metten mee. Andere prominente wetenschappers denken hetzelfde, onder wie de Britse Nobelprijswinnaar Sir John Eccles . Wat geen reden is om gerust te zijn. Transhumanistische idealen kunnen op onverwachte manieren werkelijkheid worden.
Hoe het ook zij, transgenderisme en transhumanisme gaan beide uit van lichamen die, inclusief het brein, naar believen aangepast kunnen en mogen worden. Transgenderisme heeft dit denken in westerse samenlevingen genormaliseerd. Daarmee is een vruchtbare voedingsbodem voor transhumanisme ontstaan als ”the next big thing”. De klassieke christelijke visie die gebaseerd is op de mens als beelddrager van God, en die uitgaat van de eenheid van ziel en lichaam, wordt erdoor ondergraven. Christenen zijn meer dan ooit geroepen om krachtig op te komen voor Gods scheppingsorde.
De auteur is ondernemer en op diverse manieren kerkelijk en maatschappelijk actief.