Vernederen
Is de zonde een zielsziekte, zo laat dit ons dan dienen tot vernedering. Ook de Schrift vermaant ons dikwijls om onszelf te vernederen. Wees dan met ootmoedigheid bekleed. Is er iets dat tot onze vernedering kan dienen, dan is het ootmoed.De zonde is een zielsziekte. Als een mooie, hoogmoedige vrouw borstkanker zou hebben, zou dat haar hoogmoed niet terughouden? O, christelijke ziel, al bent u knap en hebt u nog zo veel kennis, bedenk echter dat u ziek bent naar uw ziel. Er is een kankergezwel van zonden in uw borst om u te vernederen. Ja, de Heere laat dit zelfs overblijven in Zijn kinderen, want al zijn ze van zonde genezen ten opzichte van de schuld, zo zijn ze echter daarvan niet genezen ten opzichte van de smet.
Er zijn twee gezichten om Zijn kinderen te vernederen. Het gezicht van Gods heerlijkheid en het gezicht van onze gebreken en ellendigheid. Koning Uzza had geen reden om hoogmoedig te zijn, want terwijl hij een kroon van goud op zijn hoofd had, had hij melaatsheid op zijn voorhoofd. Al hebben Gods kinderen hun gouden genadegaven, ze hebben echter ook hun melaatse vlekken.
Zo laat dat ons nederig maken, want onze kroon is van ons hoofd gevallen. Zo God de hoogmoedige engelen niet gespaard heeft, zal Hij u dan sparen, die maar stof en as bent? Zie toch op uw stinkende zondezweren en verneder u.
W. Perkins, predikant te Cambridge (De ziekte en genezing der ziel, 1683)