NAVO wil grotere rol in Oekraïne om slechte situatie op slagveld
De NAVO wil een grotere rol spelen bij het leveren van militaire steun aan Oekraïne, verklaarde secretaris-generaal Jens Stoltenberg voorafgaand aan een tweedaagse top met ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO-lidstaten. „Dat is een weerspiegeling van de ernst op het slagveld.”
Er wordt onder meer gesproken over een fonds van 100 miljard euro om de regering in Kyiv de komende vijf jaar te steunen. Dat bedrag moet worden opgebracht door de 32 lidstaten. Stoltenberg wilde niet op de details ingaan, maar erkent wel dat er een voorstel op tafel ligt om de hulp „robuuster” en „voorspelbaarder” te maken.
Rusland voert de druk op langs het front, aldus de NAVO-topman. De hulp moet daarom anders geregeld worden, meer gericht op de lange termijn. „Zodat we minder afhankelijk worden van vrijwillige bijdragen.” Daarom moet volgens hem de rol van de NAVO in de coördinatie van de hulp en het geven van trainingen groter worden.
Met een meerjarige toezegging voor hulp krijgt Oekraïne meer zekerheid. Het land moet worden „verzekerd van betrouwbare en voorspelbare” hulp voor de lange termijn, aldus de secretaris-generaal. Het is volgens hem ook een signaal aan het regime in Moskou dat het bondgenootschap Oekraïne niet zal laten vallen.
De NAVO-lidstaten leveren al 99 procent van de militaire hulp aan Kyiv. Maar het leger van Oekraïne heeft een tekort aan wapens en munitie. Stoltenberg riep het Amerikaanse Congres opnieuw op snel een groot hulppakket voor Oekraïne goed te keuren. Het uitblijven hiervan is een reden dat het slecht gaat op het slagveld en de Russen terrein winnen, zei hij.
Volgens Stoltenberg worden er de komende dagen nog geen besluiten genomen. Dat zal gebeuren tijdens een top in juli in Washington waar de staats- en regeringsleiders van de NAVO-landen bijeenkomen om het 75-jarige bestaan van de NAVO te vieren. Deze week bestaat het bondgenootschap precies driekwart eeuw.
De NAVO-ministers spreken ook over de situatie in het oosten van Azië. De hulp uit China, Noord-Korea en Iran is „van levensbelang” voor Rusland om de oorlog voort te kunnen zetten, aldus Stoltenberg. Daarom moeten gelijkgestemde landen volgens hem samenwerken. Daarom schuiven donderdag ook ministers uit Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en Zuid-Korea aan.