Zuid-Holland levert op de fiets plannen voor landelijk gebied in
De provincie Zuid-Holland heeft ruim zestig projecten voorgedragen voor de 1,28 miljard euro die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beschikbaar stelt voor de aanpak van het landelijk gebied. Gedeputeerde Mariëtte van Leeuwen (BBB) ging op de fiets van het provinciehuis in Den Haag naar het nabijgelegen ministerie, om ruim driehonderd pagina’s aan documenten te overhandigen aan een afgevaardigde van demissionair minister Christianne van der Wal. Alle provincies moeten uiterlijk 1 april hun concrete plannen voor de komende jaren indienen.
Het Rijk beoordeelt die voor de zomer en verdeelt daarna het geld. Zuid-Holland had 696 miljoen euro gevraagd voor de zogeheten koploperprojecten uit het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). Uit een voorlopige indicatie van het ministerie blijkt dat de provincie het met maximaal 180 miljoen moet doen.
„Het dwingt ons dus om keuzes te maken”, zegt Van Leeuwen, die voor 61 concrete projecten geld heeft aangevraagd. „We willen hiermee in ieder geval financiële middelen veiligstellen. We moeten doelen halen, zoals de Kaderrichtlijn Water in 2027. We kunnen het ons dus niet permitteren om stil te zitten. Maar tegelijkertijd is er nog zoveel onduidelijk. Er ligt geen landbouwakkoord, het transitiefonds is controversieel verklaard en generieke maatregelen van het Rijk blijven uit.”
Alle provincies dienden in de zomer van vorig jaar al een conceptversie van hun PPLG in. Daarin staat hoe ze de wettelijke doelen op het gebied van natuur, water, klimaat en stikstof willen halen.
Het kabinet was van plan een transitiefonds van 24,3 miljard euro op te zetten om de plannen te financieren. Na de val van het kabinet Rutte-IV is de beslissing hierover echter doorgeschoven naar een nieuw kabinet. Om toch enige vaart in de aanpak van het landelijk gebied te houden, heeft het ministerie van LNV nu wel alvast 1,28 miljard euro vrijgemaakt voor de meest concrete maatregelen van de provincies.