Hof: minderjarige van water afsluiten is onrechtmatig
Het is onrechtmatig om een kind af te sluiten van water, aldus het gerechtshof in Den Haag. De Staat en drinkwaterbedrijven mogen niet „bewust de mogelijkheid openlaten dat kinderen te weinig toegang tot water krijgen” en dat doen ze met het huidige afsluitingsbeleid wel. Ze moeten „al het redelijkerwijs mogelijke” doen om te voorkomen dat kinderen niet genoeg water hebben. Het hof oordeelde in een zaak over toegang tot drinkwater voor kinderen van mensen die hun rekening niet betalen.
Defence for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) eisten in deze procedure dat ook kinderen van wanbetalers altijd water uit de eigen kraan kunnen krijgen. Bij de rechtbank kregen ze hun zin niet daarom zetten ze hun strijd tegen de Nederlandse staat en drinkwaterbedrijven Dunea en PWN voort bij het hof.
Volgens de rechtbank kunnen ouders of verzorgers van een kind geen onvoorwaardelijk recht op toegang tot drinkwater ontlenen aan het Verdrag inzake de rechten van het Kind (IVRK) en het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Er is een regeling dat huishoudens die niet betalen, pas na een aantal aanmaningen en melding bij schuldhulpverlenende instanties mogen worden afgesloten van water. Daarbij wordt dan ook nog een noodvoorziening voor een paar dagen verstrekt. Ook hebben ouders en verzorgers de verantwoordelijkheid een regeling te treffen als zij de rekening niet kunnen betalen.
Het hof ziet dat dus genuanceerder. Het recht op toegang tot water is een fundamenteel recht, ook al mogen er wel beperkingen aan worden gesteld. Maar het belang van een kind dient voorop te staan en de drinkwaterbedrijven doen nu niet actief navraag naar de aanwezigheid van minderjarige kinderen. Ook de noodvoorraden zijn niet genoeg. Die liggen ver onder de hoeveelheid die volgens de WHO (World Health Organization) nodig is, zegt het gerechtshof.
De Staat en de drinkwaterbedrijven handelen daarmee in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm en met het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind, zo oordeelt het hof.
„Deze uitspraak is historisch,” zegt Defence for Children. „Dat het zelfstandig recht van kinderen op toegang tot water wordt erkend is een terechte stap. Kinderen mogen er nooit de dupe van worden als hun ouders de rekening niet kunnen betalen.” „Met de erkenning van dit fundamentele recht voor het kind is er eindelijk een basis gelegd om een eind te maken aan deze mensonterende praktijk van waterafsluitingen”, vult NJCM aan.