NAVO-chef dringt aan op snel vredesverdrag Armenië en Azerbeidzjan
Armenië en Azerbeidzjan moeten zo snel mogelijk een vredesverdrag tekenen, vindt Jens Stoltenberg, de secretaris-generaal van de NAVO. Hij was de afgelopen dagen in beide landen op bezoek en denkt dat er nu een kans ligt op „blijvende vrede”.
De leiders van de landen hebben ook aangegeven dat een akkoord dichterbij is dan ooit. Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie liggen Armenië en Azerbeidzjan overhoop over waar de grenzen moeten lopen en over de positie van elkaars burgers in het andere land. Ze vochten in de jaren negentig en in 2020 een oorlog uit en vorig jaar veroverde Azerbeidzjan met een bliksemoperatie het gebied Nagorno-Karabach.
De Armeense premier Nikol Pasjinjan zegt in een video dat hij vier dorpen aan de grens moet opgeven aan Azerbeidzjan, omdat dat een van de eisen is voor een akkoord. Anders zou de regering in Bakoe „voor het eind van de week” weer een oorlog beginnen. „En ik weet hoe zo’n oorlog zou eindigen.”
Dat de NAVO-chef op bezoek was in Armenië is ook het Kremlin niet ontgaan. Rusland was jarenlang de belangrijkste bondgenoot van het land in de Kaukasus. Maar Pasjinjan vindt dat Moskou zijn land aan zijn lot heeft overgelaten in het conflict met Azerbeidzjan. Daarom richt Pasjinjans regering in Jerevan zich steeds meer op westerse organisaties als de Europese Unie en de NAVO.
Het Kremlin zegt dat de pogingen van de NAVO om de invloed in de Kaukasus te vergroten de stabiliteit in de regio geen goed doen. Stoltenberg prees de koers van Pasjinjan juist tijdens zijn bezoek en bedankte hem voor zijn „solidariteit” met Oekraïne.