Gunning onderzeeërs klap voor BV Nederland
Het demissionaire kabinet wil dat de Franse Naval Group vier nieuwe onderzeeboten gaat bouwen voor de Koninklijke Marine. Het project zou ook een tiental Nederlandse bedrijven werk opleveren. Maar schijn bedriegt.
Al sinds 2015 werken de Vlissingse marinebouwer Damen Naval en het Zweedse Saab Kockums samen aan een ontwerp voor de nieuwe onderzeeboten die de vier verouderde onderzeeërs van de Walrusklasse moeten opvolgen. In competitie met het Duitse Thyssenkrupp Marine Systems en de Franse Naval Group dingt Damen Naval-Saab mee naar de order voor dit miljardenproject.
Uiteindelijk gaan de Fransen met de buit aan de haal. Dat bleek vrijdag uit de voorlopige gunning van staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat (VVD).
Terecht of niet, voor de hoogwaardige Nederlandse maritieme maakindustrie is dit een zware klap. Vorige week woensdag trachtte de SGP in een inderhaast door die partij aangevraagd Kamerdebat het kabinet te bewegen de besluitvorming aan een volgend kabinet over te laten. Maar daar bleek geen meerderheid voor te vinden.
Toch had de SGP zeker een punt. Want als niet de Fransen, maar de combinatie Damen-Saab de opdracht zou krijgen, zou dit de welbekende Nederlandse gouden driehoek –waarin overheid, marinebouw en hoogwaardige kenniscentra vanouds hecht samenwerken– een enorme boost geven.
Winnaar
De voorlopige winnaar in de strijd, Naval Group, zegt ook dat de Nederlandse marinebouw gaat profiteren indien zij de boten mag bouwen. Maar toch is dit een heel ander verhaal dan bij de combinatie Damen-Saab. Naval Group heeft straks de algehele regie van het project. De Fransen zullen dan bepalen welke Nederlandse bedrijven een graantje mogen meepikken van het karwei. Als Damen-Saab de opdracht zou krijgen, dan zou dit Nederlands-Zweedse consortium de regierol hebben gehad. En dan zou het toeleverende werk grotendeels door Nederlandse bedrijven worden gedaan.
In dat geval had de hele BV Nederland wél gevaren bij het megaproject. Als dan straks de vier onderzeeboten af zijn en in dienst zijn gesteld, zou ook het noodzakelijke onderhoud aan de schepen in Nederland in plaats van Frankrijk kunnen worden gedaan. Dat onderhoud strekt zich per schip uit over een periode van dertig jaar. Het eerste schip is in 2034 klaar. Zo zou dan decennia na voltooiing van de boten veel belastinggeld in ons land worden besteed, terwijl tijdens de bouw van de onderzeeërs –een zeer complexe klus– de gouden driehoek een ongekende kans zou krijgen om technologisch verder te innoveren.
Duitsland
Staatssecretaris Van der Maat wekte woensdag bij het Kamerdebat ten onrechte de indruk dat er eigenlijk niet eens een Nederlandse bouwer in de competitie zat. Hij vertelde de Kamer namelijk nadrukkelijk dat de drie potentiële bouwers „uit Frankrijk, Duitsland en Zweden” komen.
Maar de bewindsman vergat er bij te zeggen dat die Zweedse kandidaat, Saab, de onderzeeërs samen met Damen Naval ging bouwen. Sterker nog, navraag bij Damen Naval in Vlissingen leert dat Saab de onderzeeërs zou ontwerpen –het tekenwerk dus– terwijl de bouw ervan, op wellicht een paar onderdelen na, toch echt in Nederland en grotendeels op de werf van Damen in Vlissingen zou plaatsvinden. Zo gaf Van der Maat, bewust of onbewust, een niet-correcte voorstelling van zaken.
Ongetwijfeld zullen de Fransen straks vier prachtige onderzeeboten opleveren. Maar om nu als verantwoordelijk staatssecretaris de indruk te wekken dat een van de drie kandidaten de onderzeeboten in Zweden wil bouwen, is op zijn zachtst gezegd merkwaardig. Zelfs de Franse krant Le Monde meldde afgelopen vrijdag in een nieuwsbericht over de voorlopige gunning aan Naval Group, dat ook „het Nederlands-Zweedse consortium Damen-Saab” voor de bouw in de race was.
Het is bijna niet voor te stellen dat het kabinet niet wist dat de Zweedse bieder de boten zou tekenen en bouwen in onlosmakelijke verstrengeling met Damen Naval in Vlissingen. Want al in 2019 was er bijna een deal beklonken met Damen-Saab voor de vervanging van de Walrusklasse. Uiteindelijk is toen toch besloten een competitie op te tuigen voor het vervangingstraject.
Belangrijk
Tegelijk valt ook wat af te dingen op de bijdrage van SGP-partijleider Chris Stoffer tijdens het Kamerdebat vorige week. Stoffer hamerde er terecht op dat het miljardenproject enorm belangrijk is voor het Nederlandse maritieme bedrijfsleven. De staatssecretaris pareerde zijn kritiek door te stellen dat ook bij een gunning aan de Fransen het Nederlandse bedrijfsleven, vooral baggerschepenbouwer IHC uit Kinderdijk, een belangrijk aandeel zal hebben.
Tóen had Stoffer juist moeten hameren op het cruciale belang van de regierol. Zou Damen-Saab de opdracht krijgen, dan heeft die combinatie de algehele verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en bouw van de onderzeeërs. De Nederlandse partner Damen heeft als leverancier een volstrekt andere uitgangspositie dan IHC en kan er, in samenspraak met overheid en kennisinstellingen, daadwerkelijk voor zorgen dat de zelfscheppende maritieme maakindustrie in eigen land een enorme sprong voorwaarts maakt, niet alleen qua werkgelegenheid maar vooral ook op het gebied van kennis, kunde en innovatiekracht.
Die spreekwoordelijke sprong voorwaarts staat op losse schroeven als Naval Group de boten gaat bouwen.