Brussel houdt vol: Nederland mag niet zomaar langer door met NS
De Europese Commissie legt zich niet neer bij de gunning van het belangrijkste binnenlandse treinverkeer voor de komende jaren aan de NS. Nederland moet opnieuw tekst en uitleg geven. De zaak kan eindigen bij de Europese rechter, die boetes en dwangsommen kan opleggen.
De commissie, die toeziet op eerlijke concurrentie in de EU, stelde Nederland in juli al officieel in gebreke en doet dat nu opnieuw. Want Nederland zette door en verleende de concessie in december toch. Vlak voor nieuwe Europese regels ingaan die dat moeilijk zouden maken.
Demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen (Spoor) „hield rekening hiermee” en is „dan ook niet verrast”. Ze blijft erbij dat het contract met NS mag en dat ze zorgvuldig te werk is gegaan. De Tweede Kamer steunt haar, memoreert ze. „Ik blijf dan ook in gesprek met de Europese Commissie om een rechtszaak bij het Hof van Justitie van de Europese Unie te voorkomen.”
Doordat het kabinet onderhands met NS afsprak dat het bedrijf ook van 2025 tot 2033 het hoofdrailnet mag berijden, maakten concurrenten geen kans. Regionale vervoerders als Arriva, Keolis en Qbuzz hadden daarover hun beklag gedaan in Brussel. De commissie vindt dat het kabinet de concessie openbaar had moeten aanbesteden, zodat iedere gegadigde zich had kunnen melden. Bovendien is de concessie ook veel te breed, vermoedt de commissie. Het kabinet had moeten onderzoeken of delen daarvan commercieel uitgebaat hadden kunnen worden.
Het kabinet houdt onder meer vol dat concurrentie op het drukke Nederlandse spoornetwerk moeilijk te regelen is. Reizigers zouden dan bijvoorbeeld veel vaker moeten overstappen. „Ons samenhangende binnenlandse netwerk kan ik nu niet aan de markt overlaten”, zei Heijnen eerder. „Het is nu niet de tijd om te experimenteren.”
Nederland krijgt nog een kans om binnen twee maanden uit te leggen hoe het de bezwaren van de commissie wil wegnemen. Stelt dat Brussel niet tevreden, dan kan een laatste waarschuwing volgen met aanwijzingen voor het kabinet. Negeert het kabinet deze ook, dan moet het vrezen dat de commissie Nederland voor het Europees Hof van Justitie daagt.