Tegen K. was vier jaar cel geëist. De rechtbank rekent het de man zwaar aan dat hij tijdens de overval in december 2003 een vuurwapen op de pompbediende heeft gericht en dat hij hem met een mes heeft gemanipuleerd.

De advocaat van K., mr. B. M. Beg, betoogde tijdens de strafzaak dat justitie ten onrechte de vingerafdruk van zijn cliënt in het Vreemdelingenregister was gaan zoeken. Dit zou volgens hem strijdig zijn met de Wet bescherming persoonsgegevens, waarin wordt bepaald dat die alleen voor asielprocedures mogen worden gebruikt.

De rechtbank zegt echter dat er een uitzonderingsmogelijkheid is, waarbij er een redelijk vermoeden moet zijn dat de gezochte een asielzoeker is. In dit geval was dat zo; de pompbediende had iemand met een Zuid-Europees uiterlijk gezien die wegreed in de richting van het asielzoekerscentrum.

Ook het verweer van Beg dat zijn cliënt zonder tolk is verhoord, werd door de rechtbank verworpen. K. zou tijdens de verhoren niet hebben aangegeven dat hij een tolk nodig had.