Rome: Premier heet tijdens diner Giorgia
Dineren met de minister-president, die gelegenheid krijg je niet vaak. Daarom ging ik twee weken geleden graag in op de uitnodiging voor een exclusieve ontmoeting van Giorgia Meloni met de buitenlandse pers in Rome. Het is tenslotte altijd nuttig om een persoon met wie je elke dag beroepsmatig bezig bent, eens van nabij mee te maken. Het werd nog een leuke avond ook, waarvan ik hieronder graag verslag doe.
Het strijkorkestje speelt flemende noten van Ennio Morricone wanneer Giorgia Meloni om 19 uur precies het luxueuze Waldorf Astoria Hotel in Rome binnentreedt. In de congreszaal zijn zo’n 170 leden verzameld van de Stampa Estera, de vereniging van de buitenlandse pers in Italië. De premier, haar secretaresse en enkele veiligheidsambtenaren banen zich een weg door een woud van camera’s, fototoestellen en collega’s die Giorgia van zo dichtbij mogelijk willen zien. Een Spaanse dame verleidt haar zelfs tot een selfie. De hoge opkomst is begrijpelijk. Sinds Meloni regeert, heeft zij de Stampa Estera links laten liggen.
De premier heeft een moeilijke dag achter de rug, nadat bij de regionale verkiezingen op Sardinië de rechtse kandidaat-gouverneur het onverwachts aflegde tegen zijn linkse tegenstander. In een korte speech legt zij uit waarom deze bijeenkomst haar eigenlijk niet goed uitkomt. „Mij was gevraagd een lichtvoetig verhaal te houden, maar ik ben al sinds mijn vijftiende niet meer lichtvoetig en na zestien maanden als premier is dat er niet beter op geworden. En nu nodigen jullie mij ook nog eens uit op de dag waarop ik de verkiezingen op Sardinië verlies, terwijl ik mijn verdriet niet eens in alcohol kan verdrinken vanwege de vastentijd.”
Premier Meloni, „Zeg maar Giorgia”, toont zich goedgeluimd en niet zonder zelfspot, wat sympathiek overkomt. Maar de boodschap is duidelijk: Ik ben niet zo’n huichelaar als politici die, ook als ze verliezen, verklaren te hebben gewonnen. En ze is ook nog eens goed rooms-katholiek.
De premier constateert met genoegen dat het oordeel over haar in het buitenland positiever is geworden sinds zij premier is. „Dat is ook niet zo moeilijk als je eerst wordt afgebeeld als een monster.” Het beeld dat van haar land wordt geschetst, staat haar minder aan. „Ik word nijdig als er geen sprake is van respect. Als patriot heb ik altijd geleden onder het Italië-beeld van mandoline en spaghetti; een niet serieus te nemen en onbetrouwbaar land. Ik zie het als mijn taak om deze natie haar geloofwaardigheid terug te geven.” En daarbij is een beetje hulp van buitenlandse berichtgevers natuurlijk altijd welkom.
Daarom kondigt de premier aan dat zij spoedig het nieuwe kantoor van de buitenlandse pers zal bezoeken, dat eind maart wordt geopend in Palazzo Grazioli, de voormalige Romeinse woning van oud-premier Silvio Berlusconi. Een curieuze omstandigheid, die aanleiding geeft tot een laatste kwinkslag als ze zegt benieuwd te zijn naar wat Berlusconi ervan zou hebben gevonden dat „zijn huis nu het onderkomen is van een horde communisten”. Met andere woorden: zo bevooroordeeld als hij was, ben ik niet. Ik heb jullie graag te vriend.