In de voetsporen van Henriëtte Roland Holst
De socialistische politica Henriëtte Roland Holst (1869-1952) schonk in 1945 het landgoed Oude Buisse Heide aan Natuurmonumenten. Een van de wandelingen door het gebied is naar haar vernoemd.
Roland Holst was ook dichteres. Langs de rode route, ”Henriëttes wandeling”, die door het gebied loopt, staan bordjes met gedichten van haar hand.
Op een koude dag in januari ben ik in Brabant en rijd naar het landgoed tussen Zundert en de Belgische grens. De wandelroute van Natuurmonumenten zegt dat je je auto kunt stallen op ”Parkeerplaats Oude Buisse Heide”, maar die kent Google Maps niet. Door te navigeren naar de Angorahoeve (Roosendaalsebaan 19, Achtmaal) kom ik toch op de genoemde parkeerplaats.
Vanaf daar is het een paar meter lopen naar het startpunt, op de Buissedreef. Wie de route in goede volgorde wil afleggen, moet daarna weer richting de parkeerplaats lopen, en dan over de Roosendaalsebaan richting ’t Proathuis. Aan goede wil ontbreekt het me op zich niet, maar door domme onoplettendheid begin ik in tegenovergestelde richting te lopen. Dat zorgt ervoor dat ik voortdurend moet zoeken naar de juiste wegwijzers en een keer zelfs helemaal verkeerd loop. Thuis ontdek ik pas dat niet Natuurmonumenten, maar ik daar de schuld van ben.
Toch geniet ik van de wandeling door het afwisselende gebied. Onderweg zie ik heide, vennetjes, kronkelige bospaadjes en lange lanen. En wat het allemaal nóg mooier maakt: het heeft afgelopen nacht gesneeuwd. Op sommige stukken van de route is het helemaal wit. De laag sneeuw knerpt onder mijn schoenen; W.G. van de Hulst lijkt dichterbij dan ooit.
Wie de route gehoorzaam volgt, duikt na ’t Proathuis –een soort blokhut 600 meter van de start– het bos in, komt niet veel later langs een vennetje en loopt dan 400 meter op de grens van bos en hei. Onderweg ontmoet je dus gedichten van Henriëtte Roland Holst. In haar geschreven creaties vertolkte ze vaak haar liefde voor het natuurschoon op het landgoed. Op een bordje langs de route lees ik bijvoorbeeld: „Wij togen op weg in den stillen morgen;/ De glansgedrenkte nevel was nog dicht,/ De dingen lagen half in hem verborgen,/ Maar toen we kwamen in het volle licht,/ Aan ’t einde van het Bosch en haar gezicht/ De gouden zon hief uit omsluieringen,/ Blonk blauw de luchtzee zonder rimpelingen,/ Zuiver stonden de stammen opgericht.”
Halverwege de route staat een theekoepel waar Henriëtte en haar man Richard regelmatig uit een kopje nipten. Vanaf daar loop ik door het bos richting de Angorahoeve en twee aanpalende gebouwen die bij het landgoed horen. Via een laan, een brugje en een bospaadje kom je weer bij de parkeerplaats. Althans, als je in de juiste richting hebt gelopen.
Bekijk hier de route.