Noord- en Zuid-Holland lopen 175 miljoen euro mis door ‘weeffout’
De provincies Noord- en Zuid-Holland zeggen gezamenlijk al 175 miljoen euro te zijn misgelopen door een fout in de verdeling van het geld uit het provinciefonds. Dat schrijven de provincies in een brief aan demissionair minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken, waarin ze hem vragen die ‘weeffout’ te herstellen. „Er is haast bij, elk jaar uitstel betekent dat de fout groter wordt”, zegt de Noord-Hollandse gedeputeerde Esther Rommel (financiën, VVD).
Provincies hebben twee belangrijke inkomstenbronnen: de motorrijtuigenbelasting en het provinciefonds. Het Rijk gaat over de verdeling van het geld in dat fonds. Dat gebeurt onder meer op basis van het aantal inwoners en de taken die provincie heeft.
Volgens Rommel en Mariëtte van Leeuwen, in Zuid-Holland verantwoordelijk voor de financiën, krijgen hun provincies al sinds 2016 minder geld dan waar ze recht op hebben. Het Rijk heeft volgens hen fouten gemaakt met kortingen op geld voor jeugdzorg en het openbaar vervoer. In de brief aan De Jonge staat een berekening van de bedragen. Voor Zuid-Holland gaat het in totaal om bijna 100 miljoen euro, Noord-Holland komt uit op ruim 75 miljoen.
De financiële gevolgen zijn volgens de provincies „onacceptabel hoog” geworden. „Dit probleem moet nu worden opgelost”, aldus Van Leeuwen (BBB).
In de brief aan De Jonge dragen de provincies mogelijke oplossingen aan. Ze willen dat de fouten uiterlijk per 1 januari 2025 zijn hersteld en vragen ook om compensatie voor in ieder geval een deel van de gemiste inkomsten.
Zuid-Holland krijgt dit jaar zo’n 395 miljoen euro uit het provinciefonds, Noord-Holland ongeveer 310 miljoen. Beide provincies hebben de motorrijtuigenbelasting dit jaar flink verhoogd, omdat ze anders hun uitgaven niet konden dekken. In Nederland betalen inwoners van Zuid-Holland nu de meeste wegenbelasting.