Moeizaam overleg versoepeling EU-begrotingsregels
Eurolanden hebben nog grote meningsverschillen over het versoepelen van de Europese begrotingsregels, vastgelegd in het zogeheten stabiliteitspact. Hoewel op een aantal punten flinke vooruitgang is geboekt, zijn de Fransen en vooral de Duitsers gebrand op nog veel verdergaande versoepelingen dan andere landen zoals Nederland willen accepteren.
„Er is nog een enorm aantal zaken open", zei de Franse minister van Financiën Gaymard donderdag na afloop van de vergadering in Brussel. Minister Juncker van huidig EU–voorzitter Luxemburg zei dat hij nu voldoende elementen heeft om een ontwerpverklaring op papier te zetten, maar erkende tegelijkertijd dat er „op enkele essentiële punten nog problemen zijn".
De Duitse minister Eichel had de discussie vooraf op scherp gesteld met een brief aan het voorzitterschap. Daarin staat dat hij een lijst uitzonderingen wil opstellen waar landen met een te hoog tekort zich op kunnen beroepen. Zo zou rekening moeten worden gehouden met de afdrachten aan Brussel. Alleen bij „zwaarwegende fouten" zou een lidstaat nog een Europese schrobbering hoeven te vrezen.
„Het opstarten van de procedure is helemaal geen automatisme in artikel 104 van het verdrag", zei hij na afloop van de vergadering. De verdragstekst, zo ging hij verder, spreekt van „alle relevante factoren" waarmee rekening moet worden gehouden. „Wij doen niets anders dan die factoren benoemen".
De Luxemburgse voorzitter Juncker vond de Duitse opmerkingen minder onschuldig. Hoewel hij het land niet met name noemde, schakelde hij tijdens de persconferentie over op het Duits „opdat ik niet verkeerd begrepen word". Vervolgens merkte hij op dat „het niet zal gebeuren dat in het kader van de hierziening van het stabiliteitspact, wordt getornd aan de bevoegdheden van de Europese Commissie". Dat is het onafhankelijke bestuur van de EU, dat het startschot geeft voor tekortprocedures. De Duitse opmerkingen zouden ertoe kunnen leiden, afhankelijk van de interpretatie, dat de Commissie minder macht krijgt over de begrotingen van de lidstaten.
Minister Zalm erkent dat er „interpretatieruimte" zit in de verdragstekst. „De vraag is hoe groot het gaatje moet zijn. Wij behoren bij de groep landen die dat heel strak willen houden". Als de nieuwe uitleg ertoe leidt dat het pact nauwelijks nog iets voorstelt „is er gewoon geen deal". Elk land heeft vetorecht in deze kwestie.
Als positief punt noemt Zalm dat mogelijk veel strenger wordt opgetreden tegen landen die hun hoge schuld uit het verleden onvoldoende afbouwen. Ook daar zou de Commissie een procedure kunnen beginnen. Onduidelijk is of zo’n vergaande versterking van het pact op dit punt de steun van alle landen krijgt.
De begrotingsregels zijn ingesteld voor de invoering van de euro. Hoge tekorten in het ene land kunnen leiden tot een renteverhoging voor alle eurolanden, was destijds de gedachte.