Hoe harder de wereld, hoe groter de behoefte aan schoonheid
De Japans-Amerikaanse kunstenaar Makoto Fujimura heeft een bijzondere kijk op kunst. Als christen gelooft hij dat elk mens de roeping heeft om dingen te maken met het oog op de toekomstige aarde. Hij ontvouwt zijn visie in ”Kunst + geloof” uit 2021 dat nu in een Nederlandse vertaling beschikbaar is.
Makoto Fujimura (1960) is een Amerikaan, maar hij heeft Japanse wortels. Een deel van zijn jeugd bracht hij ook door in het land van zijn (voor)ouders. Later volgde hij in Tokio een studie traditionele Japanse schilderkunst. De westerse cultuur verbindt hij graag met de oude Japanse kunstvormen.
In 2009 werkte hij voor de christelijke uitgeverij Crossway Publishing aan het project ”The Four Holy Gospels”, ter herdenking van de 400e verjaardag van de publicatie van de King James Bible. Voor deze speciale uitgave van de vier evangeliën maakte hij versierde letters, illustraties en 140 met de hand verluchte pagina’s. Hij paste daarbij de traditionele Japanse Nihonga-schilderstijl toe.
Grote invloed op zijn werk heeft ook de Amerikaanse schilder Mark Rothko (1903-1970), die met abstracte, gelaagde kleurvlakken emoties bij de kijker probeerde op te wekken. Bijvoorbeeld met sinistere zwarte vlakken waaruit alle licht is geweken en de wanhoop voelbaar is. Rothko was op zoek naar de diepten van de moderne tijd waarin onze creativiteit vernietigende atoomwapens heeft voortgebracht, geeft Fujimura aan. „Hij wilde in de afgrond kijken zonder hoop te vinden.” Dat is belangrijk, vindt Fujimura, die zelf de aanslagen op de Twin Towers in 2001 van heel dichtbij meemaakte en daar een moeilijk te verwerken trauma aan overhield. We kunnen volgens hem alleen meeleven met mensen die „onoverzienbare verliezen” hebben geleden, als we weten hoe dat leed voelt, als we zelf een stap over de drempel naar de wanhoop zetten. Kunst van Rothko roept voor Fujimura die ervaring op.
Vertragen
Fujimura wordt beschouwd als een van de leidende figuren van de slow-artbeweging, die zich sterk maakt voor kunst die met zorg en aandacht is gemaakt én erom vraagt al even aandachtig te worden bekeken.
Hij gebruikt daarom materialen die hem dwingen om bij het maken van kunstwerken te vertragen: sumi-inkt, gemaakt van dennenhouten staafjes die hij meer dan een uur lang over een steen moet wrijven. Of oesterwit van vermalen schelpen, dat hem zelfs langer dan drie jaar kost om te maken.
Daarnaast maakt Fujimura gebruik van kostbare, moeilijk te verwerken materialen in zijn werk, zoals goud, malachiet en platina. Dat heeft vooral te maken met zijn christelijke achtergrond. „Voor mij is alle kunst een weerklank van de geur van de gekruisigde Christus”, schrijft hij in ”Kunst + Geloof”. Daarmee verwijst hij naar het optreden van Maria in het huis van Simon (Markus 14). Zij goot kostbare nardus over het hoofd van Jezus. Terwijl de discipelen deze daad van verspilling afkeurden, prees Jezus haar optreden. „Ze nam gewoon, bevend van dankbaarheid, een groot risico, in de wetenschap dat de Koning gezalfd moest worden”, aldus Fujimura.
Maria’s „buitensporige daad” laat volgens de kunstenaar zien wat het betekent om „uit liefde, in liefde en door middel van liefde te scheppen”. Elke creatieve daad is in zijn ogen daarom „een intuïtieve reactie om wat ons gegeven is als offer aan God terug te geven”. En daarom beschouwt Fujimura zijn eigen kunst als een daad van toewijding, als een gedenkteken in antwoord op de daad van Maria.
Eeuwigheidswaarde
Om diezelfde reden verbindt Fujimura kunst met het Koninkrijk van God, met de nieuwe schepping die zal aanbreken. Alles wat we op aarde in Jezus’ Naam zeggen, doen en maken heeft volgens hem eeuwigheidswaarde. En dat geldt niet alleen voor mensen met kunstzinnige gaven. Uit de kapotte overblijfselen van het zondige, aardse bestaan maakt God, de grote Kunstenaar, uit genade iets nieuws, aldus Fujimura.
Net als bij de Japanse kunstvorm kintsugi repareert God niet alleen het gebrokene, Hij maakt er iets veel mooiers van. Fujimura laat dat in zijn eigen werk zien door kapot aardewerk met gouden verbindingsnaden weer heel te maken. „De opgestane Christus draagt nog steeds de wonden van Zijn kruisiging”, legt hij uit. „Door deze heilige wonden wordt een nieuwe wereld geboren.”
En daarom is het de taak van de kunstenaar, van iedereen die iets maakt, om in deze gebroken wereld iets zichtbaar te maken van de nieuwe schepping. Sterker nog, God gebruikt en vernieuwt in Zijn toekomst wat wij hier op aarde maken. „Het vuur van het oordeel smelt de onzuiverheden weg”, schrijft hij, „maar uiteindelijk is het een heiligend vuur.” Hoe we ons dat precies moeten voorstellen, blijft nog met vraagtekens omgeven. Wel staat voor Fujimura vast dat gelovige christenen nu al met God meescheppen aan de nieuwe aarde.
En daarom hebben zij de roeping om alles wat ze doen te plaatsen in het licht van Gods komende Koninkrijk. In het voorwoord van ”Kunst + Geloof” schrijft de Amerikaanse theoloog Tom Wright dat christenen lijken op de spionnen die door Mozes het land Kanaän in gestuurd werden en vers fruit uit het Beloofde Land meebrachten naar het volk dat nog steeds in de woestijn verbleef. „Dat is wat kunstenaars als Makoto doen: soms gevaarlijke verkenningstochten maken, Gods toekomst in, en terugkeren om een vaak ongelovige wereld –en helaas een vaak achterdochtige kerk– te tonen hoe de toekomst eruitziet.” In Fujimura’s woorden: „De nieuwe schepping vult de barsten en scheuren van ons gebroken, versplinterde leven, en daardoorheen schijnt, al is het maar voor een ogenblik, een gouden licht, dat ons herinnert aan de overvloed van de wereld die God geschapen heeft, en die God door ons heen zal scheppen.”
Bij dit artikel en in het boek ”Kunst + Geloof” ontbreken afbeeldingen van het werk van Fujimura. De kunstenaar is zuinig op zijn trage kunst; hij laat zijn werk niet zomaar als ‘goedkope’ kopieën afdrukken. Op de website makotofujimura.com/art is wel werk van Fujimura te zien.