Batterijproducent LeydenJar bouwt fabriek in Eindhoven
Batterijproducent LeydenJar gaat zijn productie fors opvoeren. Het Leidse bedrijf, dat een techniek heeft ontwikkeld waarmee batterijen veel langer meegaan, gaat in Eindhoven een fabriek bouwen die binnen enkele jaren plaats moet bieden aan honderden werknemers.
LeydenJar maakt nu vooral nog batterijen voor consumentenproducten, zoals telefoons, drones, smartwatches en laptops. Het bedrijf werkt naar eigen zeggen al samen met grote spelers op het gebied van consumentenelektronica en uit de autobranche. Op termijn wil het bedrijf ook batterijen gaan produceren voor de auto- en luchtvaartindustrie.
LeydenJar kwam in 2016 voort uit onderzoeksinstituut TNO. Het bedrijf heeft een manier gevonden om de anode, de minpool van de batterij waarmee een apparaat van stroom wordt voorzien, van silicium te maken in plaats van het zeer schaarse grafiet. Hierdoor kan de capaciteit van batterijen met 70 procent verhoogd worden. Bij de productie komt volgens de onderneming bovendien tot 85 procent minder CO2 vrij.
De eerste machines in de nieuwe fabriek moeten in 2026 gaan draaien. Met de bouw is een bedrag van 60 miljoen euro gemoeid. De helft daarvan is afkomstig van de Europese Investeringsbank (EIB), gesteund door een garantie van de Europese Unie. In de fabriek moeten batterijen op industriële schaal geproduceerd worden, waardoor de kosten omlaag gebracht kunnen worden.
LeydenJar is vernoemd naar de ‘Leidse Fles’, een uitvinding uit 1746 van de Leidse natuurkundige Pieter van Musschenbroek waarmee energie in een glazen pot kon worden opgeslagen. Het hoofdkantoor van LeydenJar blijft in Leiden gevestigd.