Handelsrestricties met China en Rusland raken Nederlandse economie
Als er meer handelsrestricties komen tussen het Westen en Rusland en China, raakt dat de Nederlandse economie flink. Daarvoor waarschuwt het Centraal Planbureau (CPB) in een nieuwe studie. „De wereldhandel zal er niet minder op worden, maar wel anders”, zegt CPB-econoom Gerdien Meijerink.
Met behulp van een handelsmodel heeft het CPB het scenario verkend waarin het Westen zich economisch ontkoppelt van Rusland en China. Dat wil zeggen dat de handel met die landen bijna volledig afneemt. Dat is niet zonder reden uitgezocht, vertelt Meijerink. „We zien dat de geopolitieke spanning steeds meer toeneemt.” Zo haalt het CPB de sancties tegen Rusland en de handelsoorlog die de Verenigde Staten met China voeren als voorbeelden aan.
De impact van een economische ontkoppeling met Rusland en China is voor Nederland negatief, maar de impact per bedrijfstak verschilt. Zo zullen de transportsector en groothandelsdiensten het meeste nadeel ondervinden.
Hoewel de impact van een ontkoppeling negatief is voor Nederland, is die niet in meer of mindere mate negatiever dan voor andere westerse landen. Europese landen die wel harder geraakt worden zijn Oost-Europese landen omdat die sterkere handelsrelaties met China en Rusland hebben.
De hardst getroffen landen zijn China en Rusland zelf. In het zogenoemde extreme ‘brede-ontkoppelingsscenario’ dat het CBP beschrijft zal de invoer van die landen met 40 procent afnemen, tegenover een afname van 10 procent van westerse landen.
„Iedereen produceert, importeert en exporteert datgene waar die het best in is”, zegt Meijerink. „Maar als er handelsbarrières ontstaan, moet je op zoek naar alternatieven.” Volgens het CPB betekent dat bijvoorbeeld dat er meer handel gedreven wordt met landen zoals Mexico en Vietnam.
Ook landen zoals India en Indonesië worden door het CPB genoemd. De EU is al sinds 2021 bezig om een vrijhandelsakkoord met India te sluiten en sinds 2016 met Indonesië, maar de gesprekken daarover lopen nog steeds.
Meijerink benadrukt dat de conclusies van het onderzoek niet als toekomstscenario moeten worden gezien. „Het extreme scenario wil niet zeggen dat het een realistisch scenario is. Wat we ervan kunnen leren is waar de handel zich naartoe verplaatst en hoe we daarmee om moeten gaan, niet alleen als land, maar ook als Europese Unie.”