Nieuwe roman Van der Veen gaat over de grote levensvragen
Schrijver Sytse van der Veen schrijft graag over het contrast tussen geloof en ongeloof. Dat deed hij al in zijn roman ”Een stem uit de hemel”. Nu is er het vervolg ”De grote geheimen”.
Op de LinkedIn-pagina van Sytse van der Veen lees ik dat hij na een jarenlange loopbaan in het bedrijfsleven de overgang naar de journalistiek heeft gemaakt. „Schrijven was altijd al een van mijn passies”, staat erbij.
Onder het pseudoniem Sjoerd Veenman schrijft Van der Veen boeken over inspecteur Maritz, een soort christelijke Baantjer, waarmee hij een groot lezerspubliek trekt. Met zijn nieuwe boekenserie steekt hij dieper en schrijft hij over de tegenpolen geloof en ongeloof schrijven en er een gesprek over op gang brengen. Het liefst wil hij dat mensen die onbekend zijn met de christelijke wereld zijn boeken lezen om ze een inkijk te geven en christenen wil hij leren zich in elkaars gedachtegoed te verplaatsen. Daarom publiceert hij ook romans onder eigen naam bij uitgeverij Aldo Manuzio, de literaire poot van uitgeverij Brevier.
Zo begon het in ”Een stem uit de hemel”: Arthur Visser groeit op in een milieu met strikte religieuze grenzen. Zijn vader is op een bijzondere manier door God stilgezet en predikant geworden. Omdat gevoelens en sentimenten niet passen bij de hoogbegaafde, intellectuele theorieën die zoon Arthur zoekt en aanhangt, ontwikkelt hij veel weerstand en wordt hij een fervent atheïst. Hij ontmoet Lennard die als student psychologie in de ban komt van Arthur en die hij opdraagt een boek te schrijven over zijn ervaringen aan de hand van zijn eigen dagboeken. Als er een dodelijk ongeluk plaatsvindt met hun gemeenschappelijke vriendin Cathy zorgt dat voor een grote wending in beider leven.
Experiment
In de nieuwe roman ”De grote geheimen” neemt Lennard zes jaar na de dood van Cathy contact op met Arthur. Arthur is inmiddels afgestudeerd neuropsycholoog en heeft een vaste aanstelling in Groningen. Lennard heeft zijn studie psychologie afgebroken omdat hij altijd al schrijver wilde worden en heeft inmiddels vier romans op zijn naam staan. Tot zijn frustratie is hij nog niet ‘ontdekt’ door dagbladen als NRC of Trouw.
Cathy speelt nog altijd een grote rol in hun leven. Lennard wil haar beter leren kennen en haar leven beschrijven in een boek. Hij heeft echter te weinig informatie over haar om dit goed te kunnen doen en daarom zoekt hij Arthur op die dit verzoek categorisch afwijst. Andere wegen via een zus van Arthur, Maria, en de ouders van Cathy lopen ook dood. Opgeven is Lennard niet van plan en intensief zoekt hij wegen om zijn idee te realiseren.
Arthur ziet zijn kans schoon om Lennard opnieuw in de ban te slaan en voorwaarden te stellen aan het ter beschikking stellen van zijn dagboeken; Lennard wordt verzocht mee te doen met een groots experiment dat Arthur wil uitvoeren. Nietsontziend gebruikt Arthur mensen om zijn plannen te verwezenlijken. Meerdere vriendinnen zijn hier al het slachtoffer van geworden en hebben zich van hem afgekeerd. Ze verwijten hem niet te weten wat liefde inhoudt. En toch blijven ze gevoelig voor zijn persoon; hij heeft een bepaalde macht waarvan ze onder de indruk raken en die ze niet kunnen weerstaan. Als mens en wetenschapper is Arthur gefascineerd door de natuurkundige Isaac Newton, die zijn oog doorboorde met een naald om de werking van het oog te achterhalen. Zo rücksichtslos wil hij zichzelf ook inzetten om de wetenschap een dienst te bewijzen. Hij wil onderzoeken of er bovennatuurlijke ervaringen zijn die losstaand van God waargenomen kunnen worden. Openlijk geeft hij toe dat angsten zijn leven bepalen. Arthur citeert Kierkegaard als hij zegt dat angst de grondtoon van zijn bestaan is; „We sturen immers allemaal als schepen op de onvermijdelijke schipbreuk af”. Intussen laat het geloof hem ook niet helemaal los, iets in hem wil in God geloven terwijl zijn andere deel zich ertegen blijft verzetten.
Zijn psychologische proef brengt een heftige ervaring met zich mee die beslissende gevolgen zal hebben voor hemzelf en zijn omstanders.
Types
Sytse van der Veen heeft volgens de flap een intelligente en spannende roman over de grote vragen van het leven geschreven. Over de liefde, de onmogelijkheid om anderen en jezelf te kennen, over God en ons brein. Dat is niets te veel gezegd. Het boek leest als een trein en is spannend, maar is soms iets te overbeladen met wetenschap en feiten en levensvraagstukken.
Ergens doet het boek me denken aan ”Overwinteren” van Gert-Jan Segers, waarin vier studenten ieder op hun eigen manier zoeken naar God en wat geloven in Hem voor hen kan betekenen. Van der Veens boeken geven goede aanleiding om geloofsvragen in een klas of groep te bespreken. Als roman vind ik ze wel wat overladen met ideeën. Door de grote aanwezigheid van oneliners lijken de hoofdpersonen meer types te zijn dan mensen van vlees en bloed. Dat is iets wat nog verbetering vraagt.
Het is een typische roman over geloof die het geloof bekijkt en weegt, maar zeker niet afkeurt. Wat is geloof, wat is bovennatuurlijk en wat is echt? Veel vragen worden opgeroepen. Het is daarbij intrigerend om de tegenpolen te zien: de vader van Arthur die gelooft om te begrijpen (Augustinus). Die van mening is dat kennis volgt op het geloof. Dit in tegenstelling tot zijn zoon die niets gelooft als hij het niet eerst begrepen heeft. Dat is een boeiende tegenstelling die het lezen en overdenken waard is.
Boekgegevens
”De grote geheimen”, Sytse van der Veen; uitg. Aldo Manuzio; 240 blz.; € 22,99