Van Gennip: nieuwe eisen zijn voor sommige gastouders flinke klus
Gastouders moeten wat het kabinet betreft aan strengere eisen voldoen. Een wetsvoorstel hiertoe heeft demissionair minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) naar de Tweede Kamer gestuurd, ondanks zorgen van de kinderopvangbranche over de gevolgen van de nieuwe regels. Van Gennip denkt dat de aanscherping van de eisen voor sommige gastouders „een kleine stap” betekent, maar anderen zullen „echt het been moeten bijtrekken. Maar dat willen we ook.”
De aanscherping zou zelfs „kunnen betekenen dat er minder gastouders komen”, zei de bewindsvrouw desgevraagd. „Maar we wíllen ook dat die kwaliteit omhoog gaat, voor onze kinderen.”
Uit recent onderzoek blijkt namelijk dat een op de vijf gastouders opvang biedt van „lage of zeer lage pedagogische kwaliteit”. Hoewel een flink deel van de gastouders over het algemeen goed scoort, zijn de verschillen groot. Bij gastouders van lage kwaliteit ontwikkelen jonge kinderen die worden opgevangen zich minder. Volgens Van Gennip krijgen kinderen bij sommige gastouders „de beste en de leukste” opvang, maar bij anderen „helaas ook de minst goede”.
Het wetsvoorstel legt vier „pedagogische basisdoelen” vast die nu al gelden voor het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang. Het wetsvoorstel moet de kwaliteitsverschillen tussen verschillende opvangplekken verkleinen. Gastouders moeten werken aan emotionele veiligheid, sociale kwaliteiten en normen en waarden van kinderen. Een gastouder mag nog maar bij twee bureaus aangesloten zijn en moet een vervanger regelen die in een noodgeval binnen een kwartier ter plaatse kan zijn. Ook wordt een pedagogisch werkplan geëist en krijgen gastouders coaching.
Een deel van de ingrepen zal later via een bestuursmaatregel worden genomen. Deze regeling gaat nog in internetconsultatie, zodat belanghebbenden kunnen meepraten over het voorstel.
