Behalve de prijzenslag leidde ook de koele zomer tot een tegenvallende omzet, vooral bij dranken en ijs. In 2003 was er juist nog sprake van een stijging van 2 procent. Dat blijkt uit onderzoek van IRI Nederland, dat donderdag is gepresenteerd.

De inbreng van de honderd belangrijkste merken, ook wel A-merken genoemd, in de totale supermarktomzet daalde van 27,5 procent tot 25,8 procent. Thuismerken namen voor een belangrijk deel de posities van A-merken over. Onder de zogeheten droge kruidenierswaren (droge soepen, pasta’s, kruiden) liep het aandeel van de huismerken met circa 5 procent op.

Campina is in 2004 het grootste A-merk gebleven, met een jaaromzet van 280 miljoen euro. Als gevolg van de prijzenoorlog liep de omzet wel terug met 29 miljoen euro. Douwe Egberts behield zijn tweede plaats. De koffiemaker wist de teruggang in inkomsten te beperken door het succes van de Senseo, het koffiezetapparaat dat met Philips is ontwikkeld. Op de plaatsen drie en vier staan Marlboro en Friesche Vlag.

IRI Nederland hield als onderzoeksperiode de 52 weken voorafgaand aan week 41 van 2004 aan. Op die manier viel dit tijdvak samen met het begin van de prijzenslag, die najaar 2003 losbarstte. In de onderzochte periode daalde de totale omzet van supermarkten met slechts 0,1 procent.