Greenspan positief over economie VS
Amerika’s economische groei heeft zich gestabiliseerd en de inflatie blijft laag. De groei van de arbeidsproductiviteit en de koers van de dollar blijven echter „onzekere factoren”, zodat de Federal Reserve (Fed) voorlopig de verhogingen van de basisrente voortzet.
Dat was de kern van de toespraak die Alan Greenspan, president van het stelsel van Amerikaanse centrale banken, woensdag hield tegenover de financiële commissie van de Senaat in Washington. Hij liet zich positief uit over de economische ontwikkeling in de Verenigde Staten. Wel waarschuwde hij nog eens dat het absoluut noodzakelijk is om het forse tekort op de begroting terug te dringen.
De Fed-voorzitter benadrukte dat de basisrente (federal funds rate) ook na de zes achtereenvolgende recente verhogingen met 0,25 procent „nog betrekkelijk laag is.” Het niveau van deze rente bedraagt momenteel 2,50 procent. Als daarvan de verwachte inflatie van (minstens) 1,5 procent wordt afgetrokken, blijft er een operationele rente van 1,0 procent over. „Dat is inderdaad nog erg laag om het rente-instrument effectief te kunnen hanteren. De Fed heeft een niveau van minstens 4 tot 5 procent nodig om te rente te kunnen verlagen, ter stimulering van de economie, of te verhogen om oververhitting tegen te gaan”, aldus marktanalist Bonnie Herzog van investeringsbank Smith Barney.
Verschillende senatoren suggereerden dat het misschien tijd werd om de reeks verhogingen te vertragen, omdat inflatie momenteel geen groot gevaar vormt. „Je hoeft de basisrente tenslotte niet elke keer te verhogen omdat iedereen dat verwacht”, aldus Republikeins senator Jim Bunning. Greenspan herhaalde echter stoïcijns dat naar zijn mening de basisrente nog steeds „betrekkelijk laag” is.
Verbaasd toonde de bankpresident zich over de ontwikkeling op de obligatiemarkten, ook in het buitenland. Daar is de langlopende kapitaalmarktrente de afgelopen maanden gedaald, terwijl de officiële, kortlopende tarieven in de VS omhooggingen. Greenspan sprak van „een raadselachtige kwestie.”
Hij constateerde dat de financiële markten in het algemeen tamelijk optimistisch lijken. Bij managers in het bedrijfsleven is dat minder het geval. Die zijn nog steeds terughoudend met het aannemen van personeel en geobsedeerd door kostenbesparing. Greenspan ging niet zo ver de financiële markten overdreven vertrouwen aan te wrijven, maar waarschuwde wel dat „de geschiedenis leert dat mensen die lange periodes van relatieve stabiliteit ervaren, neigen naar overdaad.”
Greenspan waarschuwde ook dat de Verenigde Staten de sociale zekerheid en de gezondheidszorg moeten hervormen voor 2008, wanneer de eerste babyboomers met pensioen gaan. Gebeurt dat niet, dan zullen er negatieve gevolgen zijn voor de ontwikkeling van de rente.
De bankpresident zei de plannen van president Bush voor sociale zekerheid en gezondheidszorg te steunen, maar die moeten volgens hem wel „met grote behoedzaamheid” worden ingevoerd. Een dergelijke hervorming van het systeem veroorzaakt namelijk een groot „gat” in de voorzieningen voor de mensen die momenteel recht hebben op social security. Om dat gat te dichten, zal de overheid dus een reusachtig bedrag moeten lenen. Dat zal volgens de Fed-voorzitter de druk op de Amerikaanse dollar „beduidend verhogen.”