Handenbindertje Silfano doet niets liever dan iedereen de hand schudden
„Let op die jongen daar”, had Gerda Klaver me toegefluisterd, „Silfano Mané heet hij en iedereen die hij tegenkomt geeft hij een hand.”
We stonden op het terrein van het trainingscentrum van Stichting Kimon (project Jedidja) in Buba, een stadje in het binnenland van Guinee-Bissau. Er renden kinderen rond, of ze maakten plezier, zittend in een rolstoel. Hun moeders praatten met elkaar en dat was ook de bedoeling. Op de bijeenkomst die Gerda en haar collega Marianne van Helden hadden georganiseerd voor kinderen met een beperking en hun ouders moesten die het samen even goed hebben, maar ook hun zorgen kunnen delen.
In de pauze kreeg ik Silfano in beeld. Als een straatjochie schuifelde hij tussen de aanwezigen, om dan bij iemand te stoppen, hem een hand te geven en die even vast te houden. Ik zag een en al vrolijkheid zodra dat lukte. Ik keek ook naar iets wat ik al langer wist. Kinderen met een beperking zijn ware meesters in het inbreken in de wereld van volwassenen. Met een handdruk, een lach of omhelzing weten ze je zomaar van je stuk te brengen, zelfs van je voetstuk te halen. Een grotemensenleven, gebarricadeerd met officiële en officieuze protocollen, wordt pardoes omgebouwd tot speeltuin. Zo zag ik mannen op leeftijd –strak in het pak, de haren streng gekamd– capituleren. In no time zaten ze op de grond te spelen met…knikkers.
In Guinee-Bissau ligt dat anders. De muur waarop Silfano er stuit bestaat niet uit gebakken lucht maar uit grimmig bijgeloof: „Pas op! Dit kind komt uit een andere wereld.” Daarom zal niemand er Silfano’s uitgestoken hand aanvaarden. Mogelijk gaat een andere zorg er achter schuil. Als iedereen moet meedoen om brood op tafel te krijgen, betekent een zorgenkind extra belasting en is het een serieus handenbindertje.
Hoe het ook zij, ervoor zorgen dat die hand van Silfano en van al die andere kinderen met een beperking wel wordt aanvaard, dát is waar het werk van Gerda en Marianne om draait. En het begint met kinderen vaardigheden leren, aan een baantje helpen of hen op school krijgen. Daar wordt ook Silfano vast nóg blijer van. Want thuis is hij dan geen handenbindertje meer en in de klas is het straks volop handjes schudden.