Op de Slikken van de Heen grazen konikpaarden, wisenten en rode geuzen (runderen). In het gebied is gekozen voor deze drie verschillende soorten grazers in de verwachting dat ze elkaar in terreinkeuze en eet- en graasgedrag zouden aanvullen. Daardoor kan meer variatie in begroeiing ontstaan. Zo gebruiken runderen hun tong om lange grassen vast te pakken en los te scheuren. Daarna ontstaat voor paarden de mogelijkheid de kortere grassen met hun tanden nog korter te grazen.

Twee studenten van de HAS Hogeschool in Den Bosch, Robin van Maaren en Matthias Verhaak, hebben met data uit gps-zenders onderzoek gedaan naar het gedrag van de drie soorten. „Daaruit kwam naar voren dat wisenten de rode geuzen soms wegjagen en dat de soorten afstand houden van elkaar”, zegt Van Maaren.

Wisenten brengen meer tijd door in het bos dan de rode geuzen. Ook lopen de wisenten vaak dwars door dichte velden met adelaarsvarens heen. Ze eten daar geregeld bast van grauwe wilgen. Rode geuzen doen dat veel minder. Verder blijken de wisenten een voorkeur te hebben voor de delen in het gebied waar geen wandelpaden zijn. Ook valt op dat wisenten meer berkenbomen knakken dan de runderen. Wisenten helpen het dichtgroeien van het gebied tegen te gaan en maken ruimte voor planten. „Als we het gebied zouden laten dichtgroeien, verliezen we veel natuurwaarden, want planten en insecten kunnen niet zonder voldoende licht”, zegt Pepijn Calle van Stichting Het Zeeuwse Landschap.