Kamerleden kritisch op verbod bodemvisserij in deel Voordelta
Een reeks Tweede Kamerleden is donderdag kritisch op het verbod op bodemberoerende visserij in een deel van de Voordelta dat het kabinet heeft aangekondigd. „Ik kan me er heel kwaad over maken”, zei Pieter Grinwis (ChristenUnie). „Juridisch mag het allemaal kloppen, maar rechtvaardig is het niet.”
Maandag schreef demissionair minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) dat ze van plan is in 17.900 hectare voor de kust van Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland het vissen naar onder meer garnalen te verbieden. De maatregel geldt als compensatie voor natuurschade die de aanleg van de Tweede Maasvlakte opleverde. Vanaf wanneer het verbod zou ingaan, is niet bekend.
BBB-leider Caroline van der Plas sprak van „visserij als ecologisch wisselgeld voor tere donkergroene zieltjes”. Volgens Eline Vedder (CDA) is nog te onzeker of deze inperking zijn doel wel bereikt, nadat een eerder verbod op zware boomkorvisserij niet tot de nodige natuurverbetering heeft geleid. „Ik maak me zorgen of die laatste stap dan zin heeft.”
„Ik zou best openstaan voor alternatieven”, zei Laura Bromet (GroenLinks-PvdA). „Ware het niet dat hier al vijftien jaar over gesproken wordt, en dat op een gegeven moment het geduld op is.”
„Inderdaad, het voelt niet rechtvaardig”, reageerde minister Van der Wal. Ze benadrukte dat ze de planning „maximaal gerekt” heeft en de „maximale balans” heeft gezocht tussen juridische verplichtingen, vissersbelangen en natuurbescherming. „Ik heb er echt alles aan gedaan.”
Van der Wal: „Ik vind het ongelooflijk belangrijk de visserijsector te compenseren voor deze sluiting.” Totdat geld daarvoor klaarstaat, maakt ze haar besluit niet definitief.