Irak heeft na weer een Amerikaanse luchtaanval op zijn grondgebied grote twijfels over de door de VS geleide coalitie die de terreurgroep Islamitische Staat in de regio bestrijdt. De VS hebben woensdag in een woonwijk in het oosten van Bagdad een droneaanval uitgevoerd. Daarbij zijn zeker twee leidende figuren van een pro-Iraanse militie, de Kataib Hezbollah, onder wie Abu Baqir al-Saadi, gedood. Al-Saadi wordt donderdag in Bagdad met veel vertoon en een grote optocht ten grave gedragen.
De Iraakse regering overweegt de overeenkomsten met de internationale coalitie op te zeggen. De coalitie is „een bron van instabiliteit geworden en sleept Irak in een reeks conflicten”’, aldus een Iraakse legerwoordvoerder. De Amerikaanse droneaanval was „midden in een woonwijk en was zonder rekening te houden met burgers en met het internationale recht”. Het is „steeds zorgelijker dat de coalitie afwijkt van de doelen waar ze voor op Iraaks grondgebied zijn”, aldus de woordvoerder.
De VS startte met bondgenoten de missie in Irak en Syrië nadat grote delen van die landen in 2014 onder de voet waren gelopen door de extremistische groepering Islamitische Staat. Die heeft haar wortels vooral in Irak en in de Amerikaanse aanval op dat land van 2003. De VS hebben nog steeds 2500 militairen in Irak. Het is de bedoeling dat ze niet aan gevechtshandelingen deelnemen, maar Iraakse troepen opleiden en helpen. De Amerikanen zijn het doelwit van strijdgroepen die Iran steunt en van jihadisten.
De VS vielen in 2003 onder valse voorwendselen Irak massaal binnen. De bezetting van Irak destabiliseerde de regio politiek en religieus en speelde Iran in de kaart. Iran kreeg vaste voet aan de grond in het in meerderheid sjiitische Irak. Tal van pro-Iraanse groepen zijn in Irak actief. Kataib Hezbollah is een van de grootste milities in zijn soort.
