Tweede Kamer wil „bio-industrie” uitfaseren
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat het kabinet de zogenoemde bio-industrie op zo kort mogelijke termijn uitfaseert. In plaats daarvan moet worden overgegaan naar „een dierwaardige veehouderij met als basis het familiebedrijf”.
Een motie van D66-Kamerlid Tjeerd de Groot die daartoe oproept, werd dinsdag aangenomen. In de tekst staat dat de bio-industrie erop gericht is om maximaal te produceren en daarbij amper oog voor dierenwelzijn heeft. PVV, GL-PvdA, D66, SP, DENK, PvdD en Volt stemden voor.
Soortgelijke oproepen in 2015 en 2016 haalden destijds bij lange na geen meerderheid. „Het besef is doorgedrongen dat het niet meer van deze tijd is om massaal dieren te houden, te slachten en te kwellen”, aldus De Groot.
Ook een motie van D66 en ChristenUnie over de kalverhouderij werd aangenomen. Daarin staat dat de problemen rond dierenwelzijn en milieu niet opwegen tegen „de beperkte baten voor Nederland of de financiële voordelen van een handvol bedrijven”. Het kabinet wordt gevraagd bij de inrichting van de kalverhouderij „te koersen op de omvang en de belangen van de Nederlandse melkveehouderij”.
Kleinere veestapel
De Kamer aanvaardde ook een motie van NSC-Kamerlid Harm Holman, waarin staat dat de stikstofuitstoot „substantieel” moet worden teruggedrongen. De reductie kan worden bereikt door een combinatie van „een gepaste kleinere veestapel”, beleidsmaatregelen door de overheid en innovatie, zo valt te lezen. In de motie spreekt de Kamer uit dat het wenselijk is om zo snel mogelijk met een plan voor stikstofreductie te komen. Naast NSC stemden GL-PvdA, VVD, D66, SP, DENK, PvdD, ChristenUnie en Volt voor de motie.
Bufferzones
CDA, BBB en SGP kregen steun voor een motie om de derogatievrije bufferzones rond Natura 2000-gebieden te beperken tot maximaal 100 meter. Landbouwminister Piet Adema kondigde eind vorig jaar per 2024 bufferzones van 250 meter aan rond Natura 2000-gebieden die met een overmaat aan stikstof kampen. Als een perceel voor de helft of meer in zo’n gebied ligt, geldt de Europese basisnorm voor het uitrijden van dierlijke mest, namelijk 170 kilo stikstof per hectare.
De Kamer wil verder dat Adema de optie van mestderogatie voor boerenbedrijven met alleen blijvend grasland voorlegt aan de Commissie Deskundigen Mestbeleid, en eventueel daarna aan de Europese Commissie. Een motie hierover van SGP-Kamerlid André Flach haalde een meerderheid.
