Het onderzoek volgt op Israëlische beschuldigingen dat zeker twaalf medewerkers van UNRWA meededen aan de bloedige aanval van de Palestijnse terreurbeweging Hamas op 7 oktober op Israël.

Nederland en landen als de Verenigde Staten, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden besloten hun hulp aan UNRWA te onderbreken. De organisatie, die onder andere hulp verleent aan de Palestijnen in de Gazastrook, telt duizenden medewerkers, de meesten Palestijnen. Overigens had Nederland het meeste geld aan UNRWA al in januari overgemaakt, zodat de opschorting geen grote concrete gevolgen heeft.

De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Israel Katz schreef maandag op X dat zijn regering beschikt over bewijs waarmee het VN-agentschap in verband wordt gebracht met „terrorisme”, en dat Israël dit zal voorleggen aan het panel.

Extra hulp

Intussen gaat Spanje UNRWA juist extra financiële hulp geven. De Spaanse regering besloot maandag een pakket van 3,5 miljoen euro steun aan de VN-organisatie ter beschikking te stellen.

Het geld komt bovenop ruim 18 miljoen euro die Spanje al in de hulporganisatie heeft gestoken. Buitenlandchef van de Europese Unie Josep Borrell deed zondag een oproep de hulp aan de UNRWA niet stop te zetten. Volgens Borrell is dat „buitenproportioneel en gevaarlijk”. De buitenlandchef stelt dat het staken van de financiële steun „honderdduizenden levens op het spel zou zetten” van Palestijnen die afhankelijk zijn van de noodhulp.

De Belgische premier Alexander De Croo heeft na een gesprek met VN-gezant voor de wederopbouw van Gaza Sigrid Kaag gezegd dat België de financiële hulp aan de UNRWA niet zal stilleggen, werd maandag bekend.

Een groep van twintig Israëlische parlementariërs, zowel van de coalitie als de oppositie, heeft een petitie gestuurd aan collega’s van landen die de financiering van UNRWA tijdelijk hebben stopgezet. In de brief vragen zij de volksvertegenwoordigers de geldkraan richting de VN-organisatie permanent dicht te draaien.

In het schrijven zeggen de Knessetleden dat de „betrokkenheid van UNRWA bij activiteiten die haaks staan op vrede en veiligheid, in het bijzonder op 7 oktober een kritische heroverweging van de hulpkanalen richting de Palestijnen noodzakelijk maakt.”

De parlementariërs dragen ook alternatieven aan om steun aan de Palestijnse bevolking te bieden, zoals via het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties of het VN-kinderfonds Unicef.