Iemand die misschien wel dagelijks wordt gevraagd „het kort te houden” is Odjokoto Kossivi (44), hulppastor in een christelijke gemeente in Atakpamé, een stadje in Togo, West-Afrika. Die vraag klinkt dan niet in de kerk, maar in Kossivi’s kapperszaak. Het is niet uit luxe dat de pastor daar overdag staat te knippen. Om na een lange werkdag ’s avonds de gemeente te dienen met huisbezoeken. Zijn gemeente is te klein en de leden zijn te arm om hem te onderhouden.

Een paar straten verder zit ds. Amedome Koffi (55) aan een motorblok te frutselen als ik bij hem aanklop. Bij hem kun je terecht voor reparatie van je brommer en auto, maar je mag ook langskomen voor een pastoraal gesprek, of als je man of je kind ziek is en er gebed nodig is. Ook Koffi doet het reparatiewerk uit noodzaak; de leden van zijn gemeente zijn arm. Hoe wrang is dat! Als ik hoor voor welke problemen hij zich gesteld ziet, zou Koffi als fulltime pastor nog overuren maken, zo veel werk is er te doen! Naast de grote materiële zorgen zijn er geestelijk enorme uitdagingen in de gemeente. Zo schort het bij velen aan huwelijkstrouw. En wat te denken van hulppredikers die heilige olie en water verkopen? Pastor Koffi, en ook collega Kossivi hebben hun handen eraan vol om daartegenover een Bijbels geluid te laten horen.

Wat zou het hen helpen als er een theologische opleiding is die ambtsdragers wegwijs maakt in de Bijbel, vooral met het oog op leer en leven. Zodat de gemeente vaste grond onder de voeten krijgt en de broeders Kossivi en Koffi werk uit handen wordt genomen. Welnu, die opleiding gaat er komen. Op vijf plaatsen in Togo wil NET Foundation ermee starten en ook Atakpamé is daarbij. Pastor Kossivi gaat die kar er trekken – organisatorisch een hele kluif. Maar God gaf hem daarvoor veel talenten. Vooruit, laat ik het een keer in zijn jargon uitdrukken: Kossivi is geknipt voor deze taak.